vorige pagina

17hilde

Hilegardis :Viriditas.

(levengevend voortstuwende levenskracht)

 

O groenheid die door de aarde stroomt, waaruit alle leven spruit en bloeit

O groenheid die door mijn wezen droomt, waaruit alle wil en gevoelen groeit

O groenheid lichtend en onbeschroomd, die taal en toon als wind doorgloeit.

 

O groenheid ziel van het bomenhuis, die leven door stam en takken stuwt

O groenheid bouwer van ’t harte kluis, waar blad en bloesem het licht niet schuwt.

 

O groenheid zoekend ontplooiend kuis, die oog en mond aan elkander huwt.

 

O groenheid beeld van vruchtbaarheid, waaruit al het aardse wezen leeft

O groenheid geest van eenvoudigheid waaruit al het ware weten weeft

O groenheid hoop op de eeuwigheid, waaruit alle liefde leven geeft!

 

L U X   

H I L D E G A R D I S.

Hoor hoe het preekt het levende Licht  dat de stilte breekt in het Groot gezicht

zie hoe het straalt met de kracht van trouw en het leven staalt van een zwakke vrouw –

voel hoe het leeft en het Eeuwige licht dat Gods Liefde geeft in een stralend Zicht!

 

D R I E - E N I G H E I D.

 

Het zilveren Geloof, zo licht en groot, omsluit een vlammenzee van rood en goud die als een Goddelijke Moeder schoot de blauwe Jezus/mens geborgen houdt.

Geloof omgeeft ons als een mist van licht waarin wij moeizaam voortgaan, op gevoel. De Bron van Heiligheid, tot goud verdicht, behoedt het hemels blauw, als water koel.

Een mantel is het zilverlicht van God die Jezus ‘deemoed’  warm en gans omringt.

Gods liefde is het enige gebod.

Drie enigheid, waar het hemels koor van zingt.

 

B A Z U I N.

Haar levensmelodie: een stroom van zang en kleuren, uit zwakte opgericht, getrokken naar omhoog.

Het Rode Vuur, de Geest, omhult haar / een gebeuren van heiligheid en kracht, té stralend voor het oog.

De tonen die zij hoort, zijn buiten haar geboren. Alle muziek bestaat, en hoeft slecht uitgezegd in dubbele octaaf, te heerlijk om te horen voor wie niet kent, als zij, wat God zijn Schepping zegt.

Zij weet zichzelf klaroen, bazuin van God de Vader / door haar krijgt in muziek Gods macht zijn schoonste toon. Verblind door Licht en Geest komt zij haar Liefde nader totdat zij, bruid, versmelt met Jezus, Blauwe Zoon.

 

D E   A A R D E   I N   D E   K O S M O S.

 

De wereld wentelt door Gods eeuwigheid  in eindeloze wissel van seizoenen.

De bomen lozen blad of gaan weer groenen., ze dragen bloem en vruchten mettertijd.

De mensen trekken sporen door de tijd, zij leven van het werken in hun gaarde.

De bomen staan geworteld in de aarde en groeien in vermeende roerloosheid.

De mensen leven voor een korte tijd door God naar Zijn gelijkenis geschapen. Wanneer zij na hun jaren zijn ontslapen, staan nog de bomen in hun majesteit.

Gods liefde heeft de aarde toebereid, voor mensen in Zijn Vaderlijk erbarmen. Hij sluit de ganse kosmos in Zijn armen waarin de wereld wentelt tot in eeuwigheid.

 

K O O R  D E R  E N G E L E N.

 

Mensenkind, zie …

Hoog in de sferen de engelen reien, groenkracht van deugden die zich vermeien, machten, tronen en heerschappijen …

Mensenkind, open je ogen en zie, laat je bevangen door Gods harmonie!

Mensenkind, hoor …

Ver in de sferen de engelen zingen, ruisende vleugels in suizende kringen, laaiende vlammen die hoofden ontspringen …

Mensenkind, open je oren en hoor Gods symfonie in het engelenkoor!

Mensenkind, spreek …

Over de sferen waar cherubs verblijven, waar serafijnen hun kring beschrijven, lichten van Licht alle duisternis verdrijven.

Mensenkind, open je lippen en spreek horend en ziende, een bruisende beek!

 

H I L D E G A R D

Haar hemel, doorschoten van kleuren en Licht: geleerde abdis met het Tweede Gezicht.

Haar stem: een bazuin van het Levende Woord, een echo van eeuwen, door vrouwen gehoord.

Haar leven: in liefde gewijd aan Gods Zoon in woorden en beelden, in spelende toon.

Haar vorsen en schouwen, haar werkelijke Zien: een branden en lichten, nog tijden na dien.

Een geest, door de wereld erkend en gehoord, verguist en vergeten, sinds eeuwen gesmoord.

Visioenen doorschoten van kleuren en Licht / tot beeldende tekens en klanken verdicht.

 

Anthoon

 

nov. geass. lid O.Carm.

uit Klein leerboek 1979

van Mieke de Jong

Hildegard van Bingen

1098-1179

 

LERARES

 

Uw boeken, lang met stof bestoven, gaan hoog en ons verstand te boven. Hier staan wij, ver in ruimte en tijd, verbaasd door uw veelzijdigheid.

 

Zo jong, gehoorzaam en bereid, werd gij aan God en Kerk gewijd. Uw kinderleven weggeschoven ­voorgoed in kleine kluis geloven.

 

Een vrouwenleven in een oud seizoen: wij lezen wat uw geest, uw ziel beroerde.

 

Ge werd bezocht door lichtend, groots visioen, een hemels weten dat u fel vervoerde.

 

Hoe zullen wij in onze tijden doen

nu ons uw wezen tot het diepst ontroerde?