vorige pag       

Deel III

 

“WERK-GEBEDEN-BOEK”

 Voor de actieve gelovige …

 

Dit is een ‘werk-gebeden-boek’ voor de actieve gelovige.

 

We leven heden ten dage in andere tijden dan toen het christendom begon, en dat mag best zijn weerslag hebben op de wijze van geloven vandaag de dag. Geloven in een moderne betekenis van geloof. Daar gaat het over in deze verzamelde bundels teksten en verhalen. Het zijn getuigenissen van mijn zoektocht naar de ware betekenis van geloof, en hoe deze in onze samenleving tot uiting te brengen. Een zoektocht naar de ware betekenis van het Godsgeloof en wat kan religie nog betekenen voor ons land en de mensen die daarin wonen. In de tegenwoordige tijd die van de 21ste eeuw. Het resultaat van deze zoektocht is niet in een paar woorden uit te leggen. Dat kan alleen als je bereid ben om een eindje met mij mee te gaan, om mee te lezen en de aanwijzingen te volgen die tijdens het lezen zichtbaar worden.

 

En ik heb het makkelijk gemaakt, het is geen wetenschappelijk boek en geen studie boek, het is een aanwijsboek geworden, je kunt het elk moment van de dag openslaan, en je voordeel mee doen. Althans; als je net zoals ik gelooft dat spiritualiteit, en religie vandaag en in de toekomst nog een belangrijke rol heeft te vervullen in de moderniteit van een mensheid die steeds meer individueler aan het worden is, door moderne communicatie kanalen, en door de oprukkende vervreemding ten opzichte van elkaar, door de veelheid aan ‘Kunstmatige Intelligente technologie’, zoals vormen van opslagdata als Dataïsme, Bigdata; door digitale overdracht,  dat een ‘niet menselijke’ invloed heeft, en op mensheid zal hebben.  

 

Nijmegen

11 mei 2018     

Deel III.

 

 

 

[1] DRENTSE VELDEN   ...

 

Hier voel ik mij thuis daar waar

vinken fluiten en bladeren ritselen

de zon zijn warme stralen over groene

natte weiden zendt.

 

Dé energie bron die alles kleurt tot gevoel

in tinten van nevels en soorten lucht.

Waar zware tractoren diepe zwarte sporen

kerven in paden vol groeiend struikgewas.

 

En waar de wind langs je oren suist, daar voel ik

mij thuis, waar grote vlakken aardappelvelden te

pronken staan, met lange rijen bladergroen geboomte.

 

HIER  TOONT  GODS   SCHEPPINGKRACHT 

ZICH IN  AL ZIJN HEERLIJKHEID!

Weggedoken in bonte stoppelvelden, stroomt

en slingert zich een riviertje, in het dal, als een

navelstreng verzonken in Moeder Aarde.

 

Zacht ruisend staan er de bomen in rustig silhouet

robuust en sterk bomen te zijn. Genietend ruik ik dan

en hoor water-aderen-stromen, door stuwkrachten

opgewekt, voeding gevend aan alles wat leeft, groeit en bloeit.

 

Wat een stilte, een stille pracht,

heldere luchten .... bomen .... struiken .....en begroeide velden,

zij doen ‘hoogten’ , ‘diepten’ en ‘verten’ ontstaan.

 

Toen ik dit alles bezag wist ik, “het paradijs” bevindt zich toch,

‘hier’ op aarde.

 

Anthoon

Taarlo Drente 1995.

[meer lezen? klik naar R.02.10]

             

 

 

 

 

[2] Grote oefening of Liefdesvermogen.

Liefde is: Lankmoedig en goedertieren, is niet afgunstig en handelt niet onbehoorlijk, is niet verwaand en niet eerzuchtig, zij zoekt niet zichzelf, en wordt niet verbitterd. Is het kwaad niet indachtig, is niet verheugd over ongerechtigheid, en verblijdt zich over waarheid, alles wat verdragen moet worden voor de liefde verdraagt zij, alles verduurt zij wat overeenkomt met liefde. (1 Kor. 13)

 

 

18 Aangezichten van Liefde.

 

 

6 Aangezichten van onvermogen.

 

Goddelijke Kenmerken

Menselijke Kenmerken 

          1.       De Wijste                                   1.       Aandacht

          2.       De Schoonste                             2.       Betrokken

          3.       De Machtigste                            3.       Bewogen

          4.       De Sterkste                                4.       Medeleven

          5.       De Bekendste                            5.       Raakbaar

          6.       De Onthechtste                          6.       Mededogen

 

Liefdes   Gewin

Menselijk Onvermogen      

1.       Zorgzaam                         1.       Drift

                  2.       Bescherming                   2.       Dwangmatig

                  3.       Begeleiding                     3.       Lust

 4.       Inzicht                             4.       Blind

 

 5.       Toegankelijk                   5.       Doof

 

 6.       Bedachtzaam                 6.       Hebberig

 

Dit schema maakt zichtbaar, hoe de krachtsverhoudingen liggen tussen de betrekkingen niveau's van mensen, als het om liefde of liefdeslevens energie gaat.

[meer lezen? klik naar H.03.15]


 

 

 

[3]          Het Hooglied van de liefde.

Hoofdstuk Korinthe 13: 1-13

[1] Al spreek ik de taal* van mensen en engelen – als ik de liefde niet heb, ben ik een galmend bekken of een schelle cimbaal. [2] Al heb ik de gave van de profetie, al ken ik alle geheimen en alle wetenschap, al heb ik het volmaakte geloof dat bergen zou kunnen verzetten – als ik de liefde niet heb, ben ik niets [3] Al deel ik al mijn bezit uit, al geef ik mijzelf prijs om mij daarop te kunnen beroemen* – als ik de liefde niet heb, helpt het mij niets. [4] De liefde is geduldig en vriendelijk; de liefde is niet afgunstig, zij praalt niet, zij verbeeldt zich niets. [5] Zij gedraagt* zich niet onfatsoenlijk, zij zoekt* zichzelf niet, zij laat zich niet kwaad maken en rekent het kwade niet aan. [6] Zij verheugt zich niet over onrecht, maar vindt vreugde in de waarheid. [7] Alles verdraagt* zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verduurt zij. [8] De liefde vergaat nooit. De gave van de profetie, ze zal verdwijnen; het spreken in talen, het zal verstommen; de kennis, ze zal ooit hebben afgedaan. [9] Want ons kennen is stukwerk, en stukwerk ons profeteren. [10] Maar wanneer het volmaakte komt, heeft het stukwerk afgedaan. [11] Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, dacht ik als een kind; nu ik volwassen ben, heb ik het kinderlijke achter mij gelaten. [12] Nu kijken wij nog in een spiegel, we zien raadselachtige dingen, maar straks zien we van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik nog slechts ten dele, maar dan zal ik ten volle kennen zoals* ik zelf gekend ben. [13] Deze drie* dingen blijven altijd bestaan: geloof, hoop en liefde; maar de liefde is het voornaamste.

 [meer lezen? klik naar 35gebed5]


 

 

 

[4] Blijven staan in het ‘Leerveld’ van de liefdesenergie …

‘Liefdes-energie’, is als een energetisch krachtenveld in ons bestaan werkzaam. Deze kracht, deze ‘liefdesenergie’ bevindt zich in de ‘binnenvelden’ van ons levend organisme. Maar deze kan ons ook bestralen, ons verwarmen, zoals de zon die ons tot leven brengt.

Laten wij ons bewust worden van deze krachtvelden van liefdesenergie. Die ieder van ons er steeds weer toe aanzetten, het opnieuw te proberen, elkaar lief te hebben. Vanuit deze energetische stromingsgebieden, brengen impulsieve contacten ons nader tot elkaar. Soms hapert het en raken die liefdeslijnen in elkaar verstrengeld en remt het ons af en wordt het ons maar moeilijk duidelijk wat daar de oorzaak van kan zijn. Maar als we doorgaan en weer opnieuw proberen, ervaren we dat we er van geleerd kunnen hebben.

Laten we ons bewust worden van die liefdeslijnen ook in het dagelijkse leven en ontdekken waar de paden liggen voor ‘liefdeswisseling’. Die ‘krachtvelden van liefdesenergie’ leiden ons door de tijd heen en bekleden ons bij momenten met ‘schoonheid’.

“Liefdes-energie” als krachtbron van menselijk bestaan, stuurt en leidt ons naar ‘ontmoeting’, tijdens de contacten die wij beleven met elkaar op straat, op school, op het werk, de club, in de kerk en, via de communicatie kanalen van onze moderniteit.

 Wij, mensen, zijn door onze geboorte als het ware met ‘liefdes-levensenergie als krachtbron’ in het leven gezet. Vanaf onze kindertijd naar volwassen worden, is ons bewustzijn hier echter steeds meer van los geraakt. Jaar in jaar uit zijn er stremmingen ontstaan die ons ervan weerhouden, ons in volle overgave door ‘liefde’ te laten leiden.

 [meer lezen? Klik naar H.03.66]

 

 

 


 
[5] Leiderschap en verantwoordelijkheid in de kerkelijke gemeenten, uitgaande van het Oude Testament. In de tuinzaal van het Klooster te Brakkenstein. Centrum voor parochiële spiritualiteit. Genoteerd aan de hand van wat er daar verteld werd, maar kon er verder niets mee.

Thuisgekomen!

Mijn conclusie:

HET GELOOF IN DE GOD VAN ABRAHAM EN MOZES VAN HET OUDE TESTAMENT,

EN ZIJN ‘ALMACHT’, IS: “IN DE TEGENWOORDIGE TIJD”,

EEN VERSCHRIKKELIJKE VERSPILLING VAN GERICHTHEID AAN HET WORDEN.

DIE GEESTELIJKE AANDACHT ZOU BETER,

DIRECT VAN MENS TOT MENS,

OVERGEDRAGEN KUNNEN WORDEN.

 God is geen Almachtige God gebleken, ‘zijn’ energie is als ‘levensenergie’ zichtbaar geworden, onder andere door de mens Christus, en die heeft Christus, omgevormd tot liefdes energie. Deze ‘liefdesenergie’ is de stralende macht en kracht, die de wereld zal kunnen redden, door en voor mensen, en alles wat leeft. Deze ‘macht’ is in mensen geborgen en doorgegeven, ‘liefdesenergie’ als leidend leiderschap, dat enkel door mensen kan worden samengesmeed, tot saamhorigheid in een gezamenlijk ideaal. En dat is; als door een "Godsgeloof" met elkaar verbonden zijn.

 Redeneren vanuit een Bijbelse Goddelijke (dogmatische) Werkelijkheid, kan echt niet langer meer, daar lossen we onze wereldomvattende problemen, en de religieuze verschillen niet mee op. Mensen dienen vanuit hun eigenheid, religieuze doelstellingen waar te maken. God als overkoepelend begrip, dat wel, als een ‘eenheid makend perspectief’ is wel weer mogelijk, en dan werkt het als een samenbindend vermogen om te zoeken naar gelijkvormigheid, in een gezamenlijk streven naar eenheid in respect, mededogen, rechtvaardigheid, en gelijkwaardig handelen, door het besef dat we elkaars gelijke zijn, in verlangen naar het goede door liefdeswisselingen.

9 OKTOBER 2015

BRAKKENSTEIN – NIJMEGEN

  [meer lezen? klik naar Sc.10.33]

 

 

 

 

[6]              “OPEN DE POORTEN”!

 

De ‘Titushof’: een plek van komen en gaan van mensen.

 

En dan nu de liefde nog, dat zij als een vrije geest, van het ene symbool naar het andere symbool mag gaan. En vanuit die symbolieken haar eigen weg gaat volgen, door en voor mensen. Liefde kan je zien als een hartverwarmend vuur van licht. Dat rondom en in de vaste vormen van ons leven aanwezig is.

 

Liefde als een wolk van bewegende en omvormende, ‘doorindringende’ macht. En in die wolk van bewegend licht, is er het gelaat te ontwaren dat we God noemen. Liefde is niet te temmen of uit te doven, zij vlamt altijd weer op, ook als zij in de ban wordt gedaan, door ongeduld, wantrouwen, en de weerbarstigheid van ons bestaan.

 

Die ‘Liefde’ is het sterkst in het hart van de mens aanwezig, die zijn ziel en zaligheid de ruimte geeft, in de wisselbaarheid van het liefdesspel, dat zich niet alleen tussen het ‘geliefde paar’ hoeft af te spelen. Die ‘liefde’ is soeverein, en gegrond in haar eigen bewegende levenskracht, en wordt het best zichtbaar tussen mensen die voor elkaar openstaan, in liefdesherkenbaarheid.

 

Dat het Titushof met haar symbolieken zoals de "vredesvlam", de kerk en naast haar het aanwezige klooster van de Karmelieten, een inspirerende plek moge zijn voor vele mensen.

 

La Lucas

Nijmegen

2015-09-12

 [meer lezen? klik naar GG.06.52]


 

 

 

[7]  Leermoment 1

 (1) Over de liefde die in ‘ALL’ het leven aanwezig is. Die bron van alle vormen van liefde is, en de ‘drive’ is van het leven op aarde, dat haar schoonheid en ontwikkelingsdrang heeft gegeven.

 Daar gaat het over in dit verhaal.

(2) Ontstaan en groei van leven, moet vanuit een ‘enorme wil tot leven’ op aarde zijn opgestart. En naast de veelsoortigheid van de soorten is vooral de schoonheid, de veelzijdigheid, en de veelkleurigheid ervan, van een adembenemende pracht, dat mensen tot ontzag en eerbiediging dwingt. En door de vele te onderscheiden vormen in de ontwikkelingsfasen en de stromen van energetische voortstuwing, is het juist de ‘liefdesenergie’ die opvalt door haar veelvuldige verscheidenheid in gedrevenheid. Enkel en alleen al door haar oorspronkelijkheid vanuit de bron der bronnen. Maar meer dan dat nog, is het, een ‘groeiend en bindend’ vermogen geweest in vormenpracht, dat zowel ‘gevend’ als ‘ontvangend’ kon en kan zijn, door haar contactuele vaardigheid. Dat is ‘evolutionaire dadendrang’ die nog steeds aanwezig is in mensen.

 (3) Ooit is het denken in de mensensoort begonnen, waarbij hij zijn vermogens, te zien, voelen, proeven, tasten en te ervaren heeft ontwikkeld, evenals reflectie, vooruitzien en terugkijken. Dit alles ver boven de andere levensvormen uit. Dat hij kon verklaren hoe schoonheid ontstond in de geschapenheid der dingen van de schepping. Door onderzoek kon en kan hij verklaren over wat hij zag, zoals de 1000voudige soorten, waar hij, de mens, zich van bewust werd. En allicht is er op een geven moment iets van een ‘godsbesef’ ontstaan, dat de mens richting moest geven in zijn vraag hoe hij was ontstaan, en hoe het verder zou gaan.

 (4) Het is voorstelbaar dat tijdens de voortgang en de ontwikkeling in miljoenen jaren van evolutieprocessen, bij de mens, ontzag en vrees ontstond, voor zaken die ze niet begrijpen konden en dat het ontstaan van leven onnoembaar en ontzagwekkend was.

[meer lezen? klik naar H.03.57b]


 

 

 

[8]  Leermoment 2.

 DE WILSKRACHT VAN DE WIL …

 (1)        De mens is niet tevreden met wat hij heeft, hij wil altijd meer, ook al gaat het ten koste wat hem het liefste is [liefde], of ten koste van anderen, soms ook ten koste van miljoenen anderen [milieu].

 (2) De mens is veelal ontevreden, ook als het hen goed gaat, als een ander iets nieuws of mooiers heeft wil hij dat ook. Zo vergaat het hem niet in de geest. De geest is ook in alles om hem heen, maar het deert de mens niet. Hij heeft geen luisterend oor voor de geest ‘in’ hem, de mens is te druk met ‘dit of dat’. Hem ontbreekt de tijd, om in alle rust en stilte te zijn, om de ‘geest in hem’ toe te laten in zijn bewustzijn. Ook nemen velen de ‘geest van wijsheid’ die hen als boodschapper raad geeft, niet serieus en doet men af met ach het is maar een droom, of een gedachtespinsel!

 (3) Zo ontdoet men zich van zijn meest wezenlijke innerlijke raadgever. Eerlijkheid gebied te vermelden dat er ook foute raadgevers in het spel kunnen zijn en dat betekent dat we altijd op onze Qui/vive moeten blijven, als het om dit soort van raadgevingen gaat. Dat kan ook sterk afhankelijk zijn van de psychische gesteldheid van die mens, die op een moment, als hij niet goed in zijn vel zit, of onder een negatieve invloed van de media in onze maatschappij staat, zich te gemakkelijk laat verleiden tot iets wat hij/zij in wezen niet wil.

 (4) Wij moeten beseffen, dat wij kritisch dienen te kijken naar dat wat op niet aanvaardbare wijze tot stand komt. Door er een mening over uit te spreken, en niet alles klakkeloos aan overheden over te laten. De media probeert ons steeds te verlokken, ons mee te laten gaan in, meer, mooier, beter, nieuwer, want economische belangen spelen een hoofdrol in de onze handels economieën.

 [meer lezen? klik naar H.03.58]


 

 

 

[9]    Leermoment 3.

HET WORDT VOLBRACHT!

(1) Ja, waar gaat het dan om als je het hebt over het vele dat fout gaat in deze wereld? Ja, er gaat veel fout, en dat is al tijden zo, ja, eeuwenlang gaat het al mis. Wat is het dan dat ons mensen, als ‘mensheid’ zich er toe aanzet om steeds maar weer dezelfde fouten te begaan.

(2) De meeste verhalen over wat er mis gaat in onze wereld, gaat over; wat er is gebeurd, hoe het is gebeurd, hoe erg het is, en dan wordt er vaak aan toegevoegd; dat er niets aan te doen is, om het te voorkomen. Maar is dat wel zo? wordt het niet eens tijd om daar anders tegen aan te kijken. Anders kijken, niet meer vanuit het perspectief we kunnen er niets aan doen, maar vanuit het idee, we gaan er aan doen wat in ons vermogen ligt!

(3) Niet meer ons eigen belang laten prefereren, boven het algemeen belang. En dat we gaan beseffen dat we ons al te lang hebben laten leiden door de oude Wijsheid/verhalen, die op zich niet verkeerd zijn, maar wel van de oude tijden zijn, die toen niet wisten wat wij nu wel weten. Dat we !even in een zich steeds vernieuwende veranderbare wereld, met moderne wetenschappelijke inzichten en nieuwe technologieën, waardoor het voor ons steeds duidelijker wordt waar het om gaat, en waar de obstakels liggen, die ons weerhouden om ‘zonder grenzen’ van elkaar te houden.

(4)     WEDERKERIGHEID of TEGENSTRIJDIG?

Ø  WAAR VINDEN WE DE STORING?

Ø  WIE of WAT, DRAAGT VERANTWOORDELIJKHEID?

Ø  EN WAAR VINDEN WE DE JUISTE STURING?

(5) Hoe verhoudt de moderne gestructureerde wereld zich tot de oude verhalen, en hoe passen we de oude en de nieuwe verhalen samen, in een toekomstig perspectief? De oude verhalen bieden ons wel wijsheid dat nog steeds opgang doet, maar zij belemmeren ons ook. Door haar vasthoudendheid, op veel punten.

 [meer lezen? klik naar H.03.59]

 

 

 

 

[10]     De kruisweg van de mens in de 21ste eeuw …

Dit schrijven gaat over de lijdende, en de strijdende mens.

Hiervoor heb ik mij laten inspireren door Jan Pascha - Albert Servaes - Titus Brandsma

De ‘mens’ wordt geoordeeld, veroordeeld en de zwaarste straffen toebedacht, schuldig of onschuldig maakt niet uit, je kan ook gewoon op het verkeerde moment op de verkeerde plaats aanwezig zijn! Die intense, meedogenloze, dwangmatige, eisende en genadeloze veroordelingszucht, brengt mensen er toe, andere mensen te minachten, te vernederen, te kwellen, of ter dood te brengen. Dit gebeurde ‘toen’ en het gebeurde nog 2000 jaar lang, tot aan de dag van vandaag.

Het lijkt erop dat al die jaren, de ‘mens’ als wel-denkend wezen heeft zitten slapen. De ene mens ‘rusteloos’ bezig met zijn of haar eigen hachje. Al eeuwenlang wordt de andere mens geknecht, gedomineerd, gebonden, en geslagen door zijn soortgenoten, en iedere keer ‘weer’ laat die mens het gebeuren, dat zijn medemens wordt beledigd, geknecht, geslagen, ‘zij de mens’ laat het toe, dat ‘rechtvaardigheid’ enkel toegepast wordt als het zijn eigenbelang ten goede komt. Stromen bloed wordt vergoten, tranen worden in machteloze woede ingehouden, lichamen worden bond en blauw geslagen, terwijl hele naties met stomheid geslagen moeten toekijken via de media, hoe mensen de keel wordt doorgesneden. Over grenzen heen worden ons de beelden voorgeschoteld, en dan om erger te voorkomen, mag er geen tegenactie ondernomen worden, zoals Christus ons heeft voorgehouden, want; anders breekt de hel los.

Wordt geen actie ondernomen omdat Christus ons heeft gepredikt, de andere wang ook toe te keren, het kwaad niet met kwaad te vergelden? Of is het omdat we te lui, traag of onverschillig zijn. En toch wordt door wereldleiders met afschuw uitgesproken, dat dit kwaad niet getolereerd mag worden en ten strengste afgekeurd. Hebben wij Christus dan verkeerd begrepen, toen Hij zich vrijwillig naar de slachtbank liet leiden? En ‘Hij’ die schreeuwende meute over zich heen kreeg, die scandeerden, weg met Hem, aan het kruis met Hem!

[meer lezen? Klik naar CH.09.19]


 

 

 

[11]     JA; LATEN WIJ ‘ONS ZELF’ OPNIEUW GEBOREN LATEN WORDEN …

 

Ja, laten ‘wij’ opnieuw beginnen. En ‘mens-zijn’ omvormen door opnieuw te beginnen, vanuit de toestand van het ‘nu’. ‘Vandaag nog’, niet gisteren, niet morgen, maar ‘nu’ vandaag. Omvormen, hervormen, vernieuwen. ‘Wij’ niet ‘hun’, niet de anderen, maar ‘wij’, wij-zelf, U en Ik.

 

Ja, laten wij ‘ons zelf’ de ‘mens’ die we geworden zijn, omvormen, hervormen, tot een menswaardig fenomeen, waar wij met zijn allen trots op kunnen zijn. ‘Niet’ trots op Nederland, Europa of de V.S. Nee trots op onszelf, de mens worden zoals we bedoeld zijn. Dat we blij zijn met onze buren, onze stadsgenoten, in onze multiculturele samenleving, om er een ‘menselijker’ gemeenschap van te maken’. ‘Maken’ in de zin van doen, er voor ‘zorgen’, en de ander de aandacht geven die hij verdient.

 

Ja, laten we ‘opnieuw’ beginnen, en God een handje helpen, door van elkaar, de toegestoken hand aan te nemen, in solidariteit en dankbaarheid, met het besef dat we ‘echt’ gelijk zijn aan elkaar, en dat ondanks de verschillen die kenbaar zijn, we elkaar kunnen aanvullen tot ‘meerwaarde’ in mens zijn.

 

Ja, laten we doorgaan elkaar in ‘meerwaarde’ op te heffen. Of je nu man of vrouw, kind of jongere, volwassene of oudere bent, ‘iedereen’ heeft op haar of zijn wijze ‘goud/geld’ in handen. En dat goud is niet te koop, het is alleen ‘inwisselbaar’ door aan een ander door te geven, wisselbaar met jou, mijn, onze medemens.

 

En dat goud is zichtbaar voor allen, en niemand hoeft bang te zijn dat het gestolen wordt, het is net als bladgoud niet te stelen, het is mensen aangekleefd.

 

[meer lezen? klik naar R.02.24]


 

 

 

[12]     Uit Mystieke Werken van Jan van t Kruis:

O vuur, gelijk aan lampen …

God, of “DatWatGodIs”, ‘dat Liefde is’, moge zich hier verwaardigen ‘zijn’ gunst te verlenen. Deze is zeer wel nodig om deze diepzinnige strofe te kunnen uitleggen. Wie ze leest, moet goed opletten; want als zij er geen ervaring mee heeft, zullen ze hen wel misschien min of meer halfslachtig voorkomen. Zo ook zal ze voor iemand die ervaring heeft juist wel helder en genotvol zijn. In deze strofe prijst de ziel haar Bruidegom en bedankt zij ‘Hem’ voor de grote weldaden die zij “door de vereniging met Hem” ontvangt. Door die ‘vereniging’ ontvangt zij talrijke verheven mededelingen over Hem zelf. Door deze ‘liefde mededelingen’ worden haar vermogens in de zintuiglijkheid van de ziel verlicht en in liefde ontstoken.   

Vroeger bevonden zij zich; ‘haar vermogens’ in een toestand van verduistering of verblinding. Verlicht zoals ze ‘nu’ in werkelijkheid zijn, kunnen ze de ziel  helpen in brandende liefde, licht en liefde terug te ‘geven’ aan Hem die hen deed verlichten en ontvlammen. Een ware minnaar is immers pas tevreden, wanneer al wat in hem/haar is, gegeven kan worden, aan haar/hem die hij/zij bemind. Hierover verheugt de ziel zich nu, door de schittering van deze liefdesvonken. En kan zij glanzen voor het oog van haar Beminde, en Hem totaal liefhebben.

 Zij antwoordt door te zeggen; O Woord dat tot mij is gekomen als Bruidegom ‘Universele Liefde’, tot in het diepste midden/punt van mijn ziel, tot aan de meest zuivere en innerlijke kern, waar Gij alleen als een Goddelijk scheppende aanwezigheid verblijft, niet enkel als in Uw eigen huis, maar ook als in het binnenste van mijn eigen kern, heel intiem en nauw verenigd. De ziel gebruikt hierbij het beeld van iemand die uit een slaap ontwaakt. En zo ervaart zij het ook werkelijk; en daarmee kan zij het doorgeven aan anderen.

 [meer lezen? klik naar berg04b]

 

 

 

 

[13]     Lofzang 23 MACHTIGE  MIJN  MACHTIGE

WAAROM BENT GIJ VOOR ONS ZO LANG ONZTCHTBAAR GEBLEVEN?

Hoe Machtig bent Gij?

[1] Net zo machtig als de wind die de zeeën opzweept en dikke zware bomen omverwerpt? Of … bent Gij zo machtig, omdat de mens Jou dit heeft toegedacht?

[2] Machtig en Wijs; alles overziend, alles wetend, alles sturend, alles beheersend, alles besturend tot in de kleinste deeltjes van ons bestaan? Of … is Uw macht niet zo toereikend als wij dat wensen?

[3] Machtige mijn Machtige, zullen wij daar ooit achter komen, hoe het werkelijk zit, blijven wij bij Psalm 22 eeuwig staan wachten op de vredesbelofte die ons ooit is gedaan?

[4] Machtige Oh Machtige, Ons ‘aller’ Godsgedachte, heel ons wezen roept, schreit, smeekt, in rusteloze overgave en in afwachting, opdat ‘jouw’ Geesteskracht ‘zich’ ons zal doen openwaaien.

[5] Maar nu is er de tijd aangebroken dat Jouw ‘Geesteskracht’ zich voortdurend in ons zal hechten, als een werkzame zekerheid. Opdat zij als een machtige en krachtige Geesteskracht ons zal doen bezielen en deze ‘bezieling’, er de oorzaak van mag zijn dat wij niet langer meer in vertwijfelde onzekerheid hoeven te verkeren.

[6] Hoe Machtig is die zekerheid, de zekerheid, dat Jouw Geesteskracht zich ‘in’ ons zal ‘vermeerderen’ tot een ‘altijd aanwezige’ overtuigingskracht, die het ‘liefdesvuur’ in ons hart zal kunnen aanwakkeren. Opdat ‘wij’, Jouw belofte zullen kunnen doen waarmaken. Voortgaande vanuit een oorspronkelijke werkelijkheid; het aller/oorspronkelijkste beginsel van al het menselijk bestaan op aarde. Dat het zo zal zijn, dat deze ‘levende ervaringswijsheid’, die als een Ademtocht in Godsbesef, over de aarde is gegaan, ons heden ‘door onze inzet’ vrede en veiligheid op aarde zal brengen.

 [meer lezen? klik naar Lofzang23]


 

 

 

[14]     I N DE GEEST VAN RUIMTE EN TIJD

De Schoonheid der Dingen.

Gevoed worden, mensen kunnen en willen gevoed worden, door de schoonheid van de schepping door de dingen van het leven, en de ‘waarachtigheid’ van het eeuwig scheppende.

Hildegard, schrijft aan ons:

-      Wees ‘zon’ door uw wijsheid

-      Wees ‘maan’ door uw aanpassingsvermogen

-      Wees ‘wind’ door een duidelijke structuur

-      Wees ‘lucht’ door uw mildheid

-      Wees ‘vuur’ in de schoonheid, waarmee u voorbeeld bent

-      Wees ‘hartstocht’ waardoor u ‘liefde’ vanuit uw hart kunt beleven

 2013-10-05

Onze ‘verantwoordelijkheid’ hebben we naar God overgeheveld.

Door te ‘stellen’ dat God ons geschapen heeft en tot ons spreekt [zonder dialoog], laten wij de verantwoordelijkheid voor ons bestaan, aan God over. En tillen die verantwoordelijkheid buiten ons om naar Godheid. ‘Zelf’ zijn we daardoor dan minder aanspreekbaar in onze verantwoordelijkheid, en dat klopt niet. Alles wat dan buiten God om gebeurd, daar hoeven wij ons niet voor verantwoordelijk te voelen, want dat is het werk van de duivel en de kwade genius/sen. Echter; het ‘lijden’ van de mensheid gaat gewoon door, en het is ons toch allang duidelijk dat wij daar zelf de oorzaak van zijn.

2013-10-26

Voor ‘mij’ is het geen vraag meer, in wat voor maatschappij wij leven. Maar de vraag is wel, laten wij onze maatschappij zijn gang gaan? Hoe die zich ontwikkeld, en hoe wij dat laten gebeuren, tegen ons geweten in. Met name wordt hier bedoeld, de ‘wijze’ van communicatie en dialoog, en de berichtgeving via de media, zoals dat in krant, tv, en telecommunicatie gebeurd. Het lijkt een leven waarin we kunnen kiezen, tussen zien en laten gebeuren, of een andere kant opkijken!

[meer lezen? klik naar R.03.17


 

 

 

[15]     WAT SAMEN MET MIJ WORDT GEBOREN …

Ik zing van het gras, dat samen met mij wordt geboren op dit vrije moment, de fermenten bezing ik van kaas, van azijn, de geheime bloei van de eerste uitzaai, ik bezing het lied van de melk die, de uiers uit, wit valt in wit,

ik bezing de groeisels van de veestal, de verse mest van de grote koeien met geur waaruit zwermen blauwe vleugels opvliegen, ik spreek zonder overgang van wat nu gaande is met de hommel en zijn honing, met het korstmos en zijn geluidloze ontkiemingen: als ononderbroken tam-tams luidt het komen en gaan, en komen de overdracht van leven aan leven brengen en ik raak geboren, geboren, geboren met al wat geboren wordt, ik ben één met het groeien, met het gedempte krioelen van alles wat om mij heen zich voortzet in opeengepakte vochten, in meeldraden, in tijgers, in sappen.

 Ik behoor toe aan de vruchtbaarheid en ik zal groeien waar de levens groeien. Ik ben jong met de jeugd van het water, ik ben traag met de traagheid van de tijd, ik ben puur met de puurheid van de lucht, duister met de wijn van de nacht, en onbeweeglijk blijf ik pas wanneer ik zo mineraal ben dat ik zie noch hoor, en aan ontstaan en groeien geen deel meer heb.

Toen ik het woud had uitverkoren om van te leren hoe ik bestaan moet, blad na blad, heb ik nog meer lessen genomen, en leerde wortel te zijn, diepe poel, zwijgende aarde, glasheldere nacht en langzaam meer en meer: het hele woud.

Uit: Memorial de Isla Negra (1963)

Van Pablo Neruda uit: Uit een straat werd ik geroepen. [Chili Comitee Nederland]

 [meer lezen? klik naar 00watmet]

 

 


[16] IK VERKLAAR ENKELE DINGEN …

 

Jullie zult vragen: en waar zijn de seringen?

En de metafysica bedekt met papavers? En de regen die vaak beukte op zijn woorden en ze vulde met gaten en vogels?

Ik zal jullie alles vertellen wat me overkomt.

Ik woonde in Madrid in een wijk met kerken, met klokken, met bomen. Het hele gelaat van Castilie zag je van daar uit liggen dor als een leren oceaan.

Ze noemden mijn huis, het huis van de bloemen, want overal bloeiden de geraniums: wat mooi was mijn huis, met zijn kinderen en honden.

Weet je nog, Raul?

Weet je nog, Rafael?

Frederico, daar, onder de grond, weet jij het nog dat huis van mij, met zijn balkons waar het juni licht de bloemen in je mond verstikte.

Broeder, oh broeder!

Alles bestond uit wijdste stemmen, zout van koopwaar, ophopingen van bevend brood, markten in Arguelles, mijn wijk met zijn standbeeld, als een bleke inktpot tussen de kabeljauw: olijfolie dreef in de lepels, driftig geklep en geklap van voeten en handen vulde de straten, meters, liters, scherpe essentie van het leven,

[meer lezen? klik naar 08ikverkl]
 

 

 

 

 

[17]     LUCAS 1:46

HEEL MIJN HART IS GETUIGE VAN UNIVERSELE LIEFDE …

 

Met heel mijn hart luister ik naar de roem van die Goddelijke ademtocht dat door mij heen vloeit. En ik beweeg met haar mee, als in een branding, verlangend er door overweldigd te worden. Door de kracht van de liefde, die als ‘aderen’, door mij heen stromen.

 

Want de liefde met ‘zo’ een goddelijke werkzaamheid, verdient ruim baan, om van alle zijden belicht te worden. Van generatie op generatie is het dóór ‘ons’ werkzaam geweest, ‘zij’ is de eeuwigdurende ‘werkzame’ machtige geestelijke bovenlaag dat in alle volkeren is doorgedrongen.

 

Grote dingen heeft het ons aangedaan, in haar ‘heiligende werkzaamheid’. Zij is er voor allen, zelfs de geringsten onder de mensen vergeet zij niet. ‘Deze’ alom aanwezige liefdesstromen hebben ons haar uiterste krachten getoond, in Christus, onze verlosser van boosheid en kwaadaardigheid.

 

Machthebbers heeft het weerstaan, door mensen tot zich te roepen, en hen aan de liefde te verknechten. ‘Er is door ‘hem’ een reddende macht over ons uitgeroepen’, vele profeten hebben dit met woorden van wijsheid bekrachtigd. “Zijn” woorden zijn als door een eed over ons uitgesproken.

 

In barmhartigheid, en als in een heilig verbond, worden wij daardoor aaneengesmeed, zodat wij ons ‘liefdesvermogen’  kunnen samenvoegen in een helend contract. Wij zullen gered worden door dit ‘heiligende vermogen’ dat ook wij bezitten. En wel door de waarachtigheid die ‘in’ haar zit, waardoor we het verschil kunnen zien tussen goed en kwaad.

 

[meer lezen? klik naar VB11 Lucas]

 


 

 

[18]     " VAN DE WERKENDE GEEST "

Geest is een van/zichzelf bewuste bolvormige macht, energie of beweging, dat zich in alle levende materie bevind. In het menselijk bewustzijn werkt het samen met de aanwezige zintuiglijke vermogens. De mens onderscheid zich van het dier door zijn reflexieve vermogen, en hij kan zich in zijn bewuste geest verplaatsen in de tijd, naar gisteren, vandaag en morgen. En dat hij onderscheid kan maken tussen zijn verschillende vermogens van waarneming, dat een kenmerkend samenhang vormt in tijd, geheugen, wil, energie, zintuigen, kennis en de vele variaties en combinaties daarin.

Die geestelijke aanwezigheid, dat zich vormend en zelfvormend bevind in de kleinst elementaire deeltje van materie, is waarneembaar als licht en warmte, met zowel vrouwelijke als mannelijke sturende eigenschappen. Het is werkzaam in de natuur zonder dat het beïnvloed wordt door het menselijk functioneren, het bezit een eigen waarheid binnen de bewaarkamer van zijn geheugen.

Het gegeven dat de menselijke natuur disharmoniërende en destructieve uitwerkingen veroorzaakt, maakt dat de mens autonoom zijnde, ten opzichte van zijn omgeving, hij zelf de veroorzaker is van disharmonie, waaraan de geest geen verantwoordelijkheid draagt. De menselijke vermogens en de gebeurtenissen die hij maakt, veroorzaakt en meemaakt, maken de werkelijkheid die hij beleeft. De buitenkant, de objectieve werkelijkheid, en de binnenkant de geestelijke samenhang, geven de mens een beeld van wat hij beleeft. Het denken daarentegen geeft hem een bewustzijn van een ‘kennende’ werkelijkheid. Dat wat hij ziet, proeft, voelt, veroorzaakt in hem een ervarende werkelijkheid, het subjectieve beeld dat hij vormt. Door de geest wordt hem een andere werkelijkheid geschonken, de geest/ruimte of samenhang, het denken is een brug of een verwerkende samenhang die het ‘kennende bewustzijn’ in het geheugen samenbrengt en bewustzijn brengt, waarop de geest een verlichtende invloed op kan hebben. Als dit in een gezonde harmonie gebeurt, en tot denkbeeld wordt gevormd, is er spraken van een harmonieus denkende beeldvorming.

[meer lezen? klik naar MY.08.15]


 

 

 

[19a]          “HET NIEUWE PINKSTEREN”

Vervuld worden van de ‘heiligende’ geest. [dankzij inzichten van G. Teule, zo kunnen opschrijven]

Het wordt tijd, dat de ‘heiligende’ geest dóór ons, zichtbaar wordt. ‘Geest’ die ons samenbrengt, opdat het door de harten van ons liefdesvermogen zich naar buiten kan zingen. Vervuld worden door de ‘heiligende geest’, doet ons een taal spreken die iedereen begrijpt, ongeacht opleiding, status of religie die men aanhangt. Het zijn de verschillen, in de gaven en talenten, die een mens doet onderscheiden van de ander. En dat hoeft geen belemmering te zijn, om; samen met de ander of anderen, door te gaan met ‘menswording’. In ieder van ons kan die ‘heiligende’ geest, zich openbaren, tot welzijn voor elkaar, de ander en ‘anderen’, wij ‘allen’ die zich hier op aarde bevinden.

Wij ‘allen’ kunnen door ‘geestkracht’, zichtbaar laten worden, door ons handelen en wandelen, zichtbaar, het ‘heiligende vermogen’ van geestkracht. En net zoals ons lichaam bestaat uit vele ledematen, die van elkaar afhankelijk zijn, en de een niet zonder de ander kan, kunnen mensen niet zonder elkaar, en de een dient met de ander ‘samen te werken’ om tot een heel/wordende en samenwerkend liefdesverbond te komen. En ‘dient’ kan je lezen als ‘dienen’ je dienstbaar openstellen naar de ander en anderen toe [zie 1 kor. 12 1:30]

Zij, de mensen, kunnen niet ‘zonder’ elkaar, zij zijn aan elkaar verwant, en vormen ‘samen’ één lichaam [gemeenschap], zij zullen voor elkaar in liefde open staan, opdat zij kunnen worden, één in de geest.

Als ‘wij’ dit zouden kunnen bereiken, dan zal er een

“NIEUW PINKSTEREN”

ONTSTAAN.

Anthoon La Lucas

Nijmegen 2014-6-0

  [meer lezen? klik naar GG.06.42a]


 

 

 

[19b]     Het Nieuwe Pinksteren:

‘wij’ en ‘ons’ kan je ook lezen als; ‘jullie’

Uit respect en uit eigen verantwoordelijkheid ten overstaan van onze aanwezigheid in deze wereld, en voor al het leven hier op aarde, zouden wij de volgende geloften beter kunnen uitspreken, dan onze litanieën van afsmekingen door te zetten. Beter kunnen wij rondom het altaar van onze samenkomsten, naar elkaar toe uit spreken, het handvest van de twaalf geloften, NIET IN AFHANKELIJHEID AAN EEN GOD, maar in geloof van eigen kunnen …

1.   Dat wij ons zélf bevrijden van alle onrust

2.   Dat wij onze gaven inzetten voor het algemeen belang

3.   Dat wij naar eer en geweten onze talenten zichtbaar maken

4.   Wij troosten en ondersteunen elkaar, en ook zij die ons vreemd zijn

5.   Wij zullen ons blijven inzetten voor het algemeen belang

6.   Wij doen ons best te leven in harmonie met de ander

7.   Wij verlossen elkaar van dwangmatigheid

8.   Wij steunen elkaar, in voorspoed en tegenspoed

9.   Wij zetten onze geest ten alle tijden in voor het goede.

 

10.  De 10 geboden plus het 1ste gebod, aanvaarden wij als leefregels voor 'iedereen' geldend, allereerst voor ons zelf, en voor alle volkeren en in alle tijden.

 

11.  De rechten van de mens, zijn een leidraad voor ons Handelen en Wandelen.

 

12.  Dat het Handvest voor 'Compassie', en het 'Manifest 2000' voor ons allen een gebed zonder einde mag zijn.

Wat ik met deze opsomming in de bovenstaande litanie wil zeggen is het volgende: Het lijkt erop dat onze gebeden, af/smekingen en aanroepingen aan een God of Godheid, enkel bedoeld zijn met de roep om hulp. Alsof de scheppende orde, God of scheppingsrealiteit, niet van ons kan verlangen op eigen gezag het goede te doen en het slechte te laten. Alsof alleen een God of de ‘Grote Pancreator’ in staat zou zijn het tij te keren.

[meer lezen? klik naar GG.06.42b]


 

 

 

[20] Persoonlijk Handvest tot Universele Liefdes Werkelijkheid

in ‘menswording’

1.   UnliW*, wees aanwezig in allen, zoals jij het leven bent binnengekomen van den beginne af.

2.   Laten wij naar het voorbeeld van Jezus Christus, ontvankelijk blijven voor de woorden die Hij ons heeft toevertrouwd.

3.   Universele Liefdes Werkelijkheid! Vuur en kracht dat in all het leven aanwezig is, jij bent de meest belangrijke aanwezige energie, waar mensen ontvankelijk voor zijn, verheerlijken en overdragen naar elkaar toe.

4.   Het levenswerk waaraan Christus begonnen is, dienen wij te volbrengen in de ware zin van het woord. Hij heeft de ‘volmacht’ van het goddelijke principe aan ons doorgegeven, om het werk uit te voeren waartoe Hij ons tot voorbeeld is geweest.

5.   Het ‘bevrijdende levensplan’ dat al bestond voordat de mens vanuit zijn dierlijkheid opgestaan was, is door Christus aan ons geopenbaard.

6.   Hij heeft ons de ogen geopend, en heeft ‘de mens’ aangespoord het pad van de “Universele Liefde” te volgen ten einde toe.

7.   Wij erkennen nu, dat wat ons in beginsel al bij geboorte meegegeven is, een belofte in zich bevat, aan schuld en boete, die wij ieder voor zich, dienen af te lossen.

8.   De spiegel die Christus ons heeft voorgehouden, heeft aan een belangrijk deel van mensheid tot een helder inzicht geleid. Zij hebben ingezien, dat de ‘weg’ en de ‘waarheid’ van Christus inzichtelijk liefdesvermogen, navolgenswaardig was en is.

9.   Christus bad voor ons, toen zijn opdracht ten einde liep, dat UnliW en UnleW in volkomen harmonie, in de ‘mens’ tot bloei zou komen. En dat de hardheid van s’mensen ‘harten’ verzacht en teruggebracht zou kunnen worden tot ‘liefdeswerkelijkheid’, dat overdraagbaar is, en in het aangezicht van ‘mensheid’ zichtbaar kan worden.

10.  Al het mijne is het uwe, en al het uwe is het mijne, bad Christus. Zijn laatste woorden waren, “het is volbracht”.

 [meer lezen? klik naar 7f.2handv]

 

 

 

 

[21] GOD IS MINNE

God is minne, minne is hoofse liefde, is liefde ‘zonder zintuiglijke verlangens’ en is boven ons aardse verlangen verheven.

 

Déze liefde kent geen grenzen, geen beperkingen, het is de kern van al het levende bestaan.

 

Déze liefde vraagt onze aandacht, zij wil aanbeden en verheerlijkt worden. In ons mensen heeft zij een voedende macht.

 

Gods ‘almacht’ is een misverstand, wij hebben dat niet goed begrepen.

 

De scheppende ‘orde’, heeft die voedende macht, als een ‘sacrale kracht’ in ‘wordend’ leven gecreëerd. En heeft het als een afzonderlijke component toegevoegd.

 

Daarom dienen wij niet ‘God’ af te smeken dat hij aan onze verlangens tegemoet komt. Maar dienen wij in Gods ‘Naam’ elkaar te heiligen en te zegenen, opdat ‘wij’ bevrijd mogen worden van onze beperkingen.

 

Op dat, dit wezenlijke bestanddeel, déze voedende macht, alle onmacht in ons zal doen omzetten, tot menselijke waardigheid.

 

[meer lezen? klik naar H.03.54]

 


 

 

[22]

Ik sta dan

Soms in vertwijfeling

Te kijken

Naar mezelf

Waar ben je

Mee bezig?

 

Over het

Goed en Kwaad

De zachte krachten

In de mens

De harde krachten

In de mens

 

De machten

De krachten

Het vermogen

Het onvermogen

Van ‘de mens’

 [meer lezen? klik naar MY.08.22]

 

 

 

 

[23]     Lofzang 25 … ars amadi …

 

[1] Naar jou hef ik mijn ziel, O “Machtig ‘strijdloos’ Liefdesvermogen”, in de liefde ontmoet ik jou.  Door ‘jou’ kom ik tot rust, aan jou vertrouw ik het uiterste van mijn kunnen.

[2] ‘Niet’ schaam ik mij, in mijn onvermogen ‘jou’ lief te hebben in de ‘ander’ mijn ‘tegenover’. Telkens weer krijg ik een kans, mijn leven te verbeteren. Heel mijn ‘zijn’ wil zich richten naar jou, niet zal ik te schande staan omdat ik gefaald heb in de liefdeskunst.

[3] Naar ‘jou’ verheft zich mijn ziel, “mijn Machtig ‘strijdloos’ Liefdes vermogen’ ... Ik heb je lief, ook in de ‘anderen’ die mij niet kunnen verstaan. Zij gaan hun eigen weg, ‘soms’ ontmoeten wij elkaar op de kruispunten van onze wegen tijdens ons liefdesverlangen. Dan staan we even stil, om te herkennen in elkaar waar onze zielen naar verlangen.

[4]  “Jij”, bent er om de gespannenheid van ons dagelijks leven te verlichten.

Ons verlangen gaat uit naar jou, door en met de ander. En dan buigen wij ons naar ‘elkaar’, of … naar de onschuld van een kind, de klank en kleur van een muziekstuk, of de stralende kleurenpracht van een bloem.

[5] Dan … beseffen wij dat we nog veel te ervaren en te leren hebben, door  ‘ars amandi’, met de betekenis, ‘vaardigheid beoefenen in liefdes beleving’.

[6] Naar jou verheft zich mijn ziel, O, Machtig ‘strijd-loos’ Liefdesvermogen in de liefdeskunst komt onze ziel tot rust.

La Lucas

[Meer lezen? klik naar lofzang25]


 

 

 

[24] Hoe illusionair zijn onze verlangens?

Wat betekent dat toch, als sommige mensen zeggen, dat we een illusie nastreven? Het uitroepen dat het leven één grote illusie is, heeft me altijd verbaast, en vaak vroeg ik mij af, waarom roepen zoveel mensen zo gemakkelijk, dat het een illusie is om te verwachten, dat mensen in vrede met elkaar kunnen samenleven? Dan is het in de eerste plaats interessant, dat we duidelijk krijgen wat illusie nou echt betekent! Wat wordt bedoeld met illusionair, en wat is een illusie? Een illusie kan betekenen dat we iets of een gebeurtenis waarnemen, als zijnde een realiteit, dat in werkelijkheid niet is wat het lijkt. En veel mensen gaan daar erg ver in, dat zij te pas en onpas uitroepen dat iets een illusie is, dus niet reëel, niet echt is. Dan is het toch beter dat we van twee soorten illusie spreken: 1. Illusie van de zintuigelijke wereld. En 2. De illusie van de materiele wereld. Daarop aansluitend is het ook allicht slim om een poging te doen, het onderscheid te verduidelijken tussen realiteit en illusie.

Wat is realiteit en illusie?

Kunnen we onderscheid maken tussen het een en het ander, ja. Realiteit is een weergave van een bestaande werkelijkheid, dat wat je ziet bestaat, je voelt het, ervaart het en je maakt het mee. Illusie daarentegen is een ‘schijnbare’ werkelijkheid, het is niet wat je ziet, of wat je denkt dat je ziet, of wat je ervaart. Illusie is een weergave van iets, dat niet is wat het lijkt.

Als ik zeg, ik zie jou, dan is dat, kort gezegd, een weergave van elektrische signalen naar onze hersenen toe. En als ik zeg, ‘ik zie’ dan zie ik de ‘interpretatie van ‘mijn’ hersenen die reageren op ontvangen signalen. Als ik jou dan wil zeggen wat ik zie, wordt dat een eigen persoonlijke uitleg, van wat ik waarneem. En zo gaat dat ook met onze andere zintuigen, geur, aanraking, tastzin, voelen, ervaren. Alles wat we op deze verscheidene manieren kunnen waarnemen, gaat via elektrische prikkels, en wordt door elektromagnetisme verwerkt via onze hersenen.

 Hoe illusionair is dan onze leefbare wereld?

 [meer lezen? klik naar MY.08.20]


 

 

 

[25] … VREDE – WELVAART – VEILIGHEID …

De roep om vrede is van alle tijden …

In de vorige eeuw gingen we de straat op en riepen; “alle wapens de wereld uit” Ooit lazen wij in de oudtestamentische verhalen: En zij zullen zeggen; dan smeden wij onze zwaarden om tot ploegijzers, en oorlogen leren zij niet meer!

De roep om vrede is van alle tijden …

En toch moeten wij steeds weer opnieuw beginnen, omdat wij oorlog en gruwelijkheden blijven mee maken. …. Er is veel over vrede en veiligheid te zeggen, er is echter veel meer ‘aan vrede te werken’, aan vrede te doen, dagelijks om ons heen. Dat is ook de zin van het hier samen komen, rond de Vredesvlam.

Er is veel voor vrede te doen …

Om te beginnen bij onszelf, ieder van ons op haar of zijn plek, in het wereldje waarin wij leven. Door eenvoudigweg ‘de wil tot vrede’ uit te spreken, naar elkaar toe. “Ik wil vrede” Ik wil meewerken aan vrede, en alles wat binnen mijn vermogen ligt zal ik inzetten, om vrede te bewerkstelligen en te behouden.

Er is veel aan vrede te doen …

Laten we beginnen met ophouden te zeggen, ‘wij kunnen niets doen’ oorlogen en conflicten staan bijna altijd wel in relatie met ons, met de werkelijkheid waarin wij bestaan. Laten we simpelweg beginnen door de woorden uit te spreken, ‘ja ik wil’ vrede. Ook al is jouw bijdrage nog zo gering, ieder van ons kan hierin een positieve houding aannemen. Te beginnen in de eigen omgeving, ook al is die nog zo klein.

 Ook al is jouw aandeel nog zo klein, vele handen maken licht werk, is een bekend gezegde, samen met alle anderen wordt het zichtbaar, ‘jouw vredesgedachte’, jouw vaardigheid daarin, zal ‘allen’ helpen ‘vrede’ zichtbaar te maken.

De roep om vrede is van alle tijden …

 [meer lezen? klik hier G.04.34]


 

 

EINDE DEEL lll.