vorige pag

Deel IV

 

 

“WERK-GEBEDEN-BOEK”

 Voor de actieve gelovige …

 

Dit is een ‘werk-gebeden-boek’ voor de actieve gelovige.

 

We leven heden ten dage in andere tijden dan toen het christendom begon, en dat mag best zijn weerslag hebben op de wijze van geloven vandaag de dag. Geloven in een moderne betekenis van geloof. Daar gaat het over in deze verzamelde bundels teksten en verhalen. Het zijn getuigenissen van mijn zoektocht naar de ware betekenis van geloof, en hoe deze in onze samenleving tot uiting te brengen. Een zoektocht naar de ware betekenis van het Godsgeloof en wat kan religie nog betekenen voor ons land en de mensen die daarin wonen. In de tegenwoordige tijd die van de 21ste eeuw. Het resultaat van deze zoektocht is niet in een paar woorden uit te leggen. Dat kan alleen als je bereid ben om een eindje met mij mee te gaan, om mee te lezen en de aanwijzingen te volgen die tijdens het lezen zichtbaar worden.

 

En ik heb het makkelijk gemaakt, het is geen wetenschappelijk boek en geen studie boek, het is een aanwijsboek geworden, je kunt het elk moment van de dag openslaan, en je voordeel mee doen. Althans; als je net zoals ik gelooft dat spiritualiteit, en religie vandaag en in de toekomst nog een belangrijke rol heeft te vervullen in de moderniteit van een mensheid die steeds meer individueler aan het worden is, door moderne communicatie kanalen, en door de oprukkende vervreemding ten opzichte van elkaar, door de veelheid aan ‘Kunstmatige Intelligente technologie’, zoals vormen van opslagdata als Dataïsme, Bigdata; door digitale overdracht, en robots, die een ‘niet menselijke’ invloeden heeft, en zal hebben op mensheid.  

 

Nijmegen

11 mei 2018     

Deel IV.

 

 

 

 

[1] Gedenken en Herdenken ‘alleen’ is niet genoeg!

Laats was er bij het Keizer Karel Plein, op het plein voor de Titus Brandsma Memorial, een ‘Vredesbijeenkomst’. Georganiseerd door de Nijmeegse moskeeën en Nijmeegse kerkgemeenschappen en vredesorganisaties [2016-03-26]. Met de uitnodiging om bij elkaar te komen, en even stil te staan bij de ‘WereldVredesVlamNijmegen, om de slachtoffers te gedenken van extreem, racistisch en terroristisch geweld, zoals die verschrikkelijke gebeurtenis in Brussel van 22 maart jl. Om een signaal af te geven, om een stem te laten horen, waarin we als vrije burgers, deze daden afwijzen en veroordelen, als een besmettelijke ziekte, die in Afghanistan, Irak en Syrië haar voedingsbodem vindt, middels oorlogsmisdaden en etnische zuiveringen. En dit georganiseerde geweld, gebeurd al zo lang en op zoveel plaatsen in de wereld, dat je er als goedwillende mens, soms moedeloos van wordt. En voor mensen van goede wille zit er niets anders op, dan elkaar aan te moedigen en uit te nodigen, bij elkaar te komen en deze verschrikkelijke gebeurtenissen te gedenken en herdenken, en om een oordeel uit te spreken over de onaanvaardbaarheid van die gebeurtenissen.

Maar: komt er dan in mij op, is gedenken en herdenken wel genoeg? Nee, weet ik nu; gedenken en herdenken is niet genoeg! Twintig a dertig jaar geleden gebeurde het ook, en spraken we de verwachting uit, dat het indoctrinerende geweld op zou houden. Tien a vijf jaar geleden gebeurde het weer, en veroordeelden wij de daders, en spraken de verwachting uit, dat nooit meer, laat het alsjeblieft een keer ophouden. En nu, dit jaar weer, in Parijs in Brussel, en op vele andere plaatsen in de wereld, blazen jonge mensen zich op, met vernietigend geweld, om de wereld te overtuigen dat zij het voor het vertellen hebben, vanuit hun eenzijdige totalitaire regime.

Al deze gebeurtenissen maken vele mensen radeloos, moedeloos, en somber, en zappen zich weg van het journaal, met de verzuchting, wat kunnen ‘wij’ er aan doen? Wat kunnen wij doen, wij moeten machteloos toezien, hoe het allemaal gebeurd!

Maar is dat wel zo? Is het wel zo, dat wij niets kunnen doen?

[meer lezen? klik hier TGW1g]

 

 

 

 

[2] STADSMONACHISME:

Iedere mens is door God geroepen tot volheid van leven, en daartoe strekt ook jouw verlangen zich uit. Jezus Christus is tot ons gekomen in deze wereld opdat wij zijn vreugde ten volle in ons zouden bezitten. (Joh.17,13) De diepste vreugde ligt verankerd in onze verbondenheid met de Levende, dat is de belofte van ons doopsel. Maar de wereld aanvaardt de Oorzaak van deze vreugde niet (Joh.1:11) de idolatrie, het gouden kalf, geeft zijn verleidelijkheid maar moeilijk prijs. Hoe meer wij onze bestemming zoeken louter in de wereld van de mens, hoe meer wij een verborgen onrust kunnen ervaren; het is een signaal van het ware leven dat ons ontgaat. Met Augustinus bidden wij, bid jij: ‘Heer, laat mij U zoeken.’ Op Hem richt jij je leven, ofschoon je Hem niet ziet.

‘Hoe onuitsprekelijk, hoe hemels zal uw vreugde zijn, als gij het einddoel van uw geloof, de redding van uw ziel, hebt bereikt.’(1Petrus1, 8c-9)

Broeder, de vreugde van Pasen herschept alles en iedereen. ‘Strijd de goede strijd van het geloof, grijp het eeuwige leven.’ (1Tim. 6, 12)

De blijde boodschap, het evangelie, bepaalt onze roeping. Laten we alles doen voor het evangelie om er ook zelf deel aan te krijgen. (1Kor.9,23)
Dat onze liefde steeds rijker mag worden aan inzicht en fijngevoeligheid om te kunnen onderscheiden waar het op aankomt. (Fil.1, 9-10)

De monastieke verwachting

De kerk kent vele roepingen, waaronder die van de monnik. Hij is geroepen om vanuit de stilte Gods stem te verstaan. ‘Ausculta’(luister) is het eerste woord van Benedictus in zijn regel voor monniken. Het luisteren van de monnik vereist de inzet van het hele bestaan en verbindt tot een leven van voortdurende bekering. Voor die omvorming legt de monnik zich toe op een leven van eenzaamheid en stilte. Broeder, 'houdt met volharding een heilige wacht in afwachting van de terugkomst van de Heer om als Hij klopt, Hem aanstonds open te doen.’ (H.Bruno) Wachten in de stilte is de nederige en glorievolle opdracht van een monnik.

Stilte in de stad.

[meer lezen? klik naar 09a monachisme]

 

 

 

 

[3] Monniken in de stad …

Drie sobere gestalten in witte kovel, een vaste gast en nog een die schroomt hogerop te gaan dan de achterste bank: het 'Ochtendgebed' van de 'Stadsmonniken' om halfacht in de Papegaai, kerk aan de Amsterdamse Kalverstraat, oogt niet indrukwekkend, wel verrassend, zo'n ingetogen halfuur, weggedoken in 's lands beroemdste winkelstraat.

Pastoor Bernard Zweers (1955, naamgenoot en achterkleinzoon van de componist) komt uit een vrijzinnig, randkerkelijk, mild-antipaaps gezin. Als 14-jarige moet hij eens aan zijn moeder hebben gevraagd of er ook protestantse kloosters bestonden. Moeder noemde Taizé. Zweers begon kerken te bezoeken, eerst de remonstrantse, later de Haagse Kloosterkerk, van lieverlee toch de katholieke, waar ook zonder preek, meer met de zintuigen dan met ratio, God te ontmoeten is.

In 1981 werd hij katholiek. Hij zat inmiddels voor het CDA (,,Daar ben ik echt niet meer van'', verzekert hij) in de Amsterdamse gemeenteraad en menigeen zag in hem een ambitieus baasje met talent, die het vast nog ver zou brengen. Maar Zweers kreeg, zoals hij relativerend zegt, 'last van roeping'. Dat van zijn 14de was kennelijk geen bevlieging. Moest hij monnik worden? Net op dat moment begon bisschop H. Ernst van Breda, dringend op zoek naar aanvulling voor de slinkende schare pastoors, een priesteropleiding voor tweede-kansers, mannen met al een ander beroep of die in de roerige jaren zestig hun 'roeping' waren misgelopen. Zweers werd priester. Een glanzende carrière in het verschiet.

Als pastoor van een parochie in West-Brabant mocht hij wel over een soort bedrijfje bazen, voor zijn ziel was het te weinig. Druk, druk, en geen thuis, geen gemeenschap van gebed, geen samenleven met geestverwanten.

In Antwerpen trof hem een affiche van de 'Stadsmonniken' en later las hij van Pierre-Marie Delfieux, stichter van de Fraternités monastiques de Jérusalem, in hun Parijse kerk van Saint Gervais bij het Hôtel de Ville.

[meer lezen? klik naar 09b monachis]

 

 

 

 

[4] VELE GAVEN EN TALENTEN WORDEN ONS GEGEVEN …

Vele gaven worden de mens door de Geest geschonken …. Wijsheid, verstand, goede raad, sterkte, vriendschap en wetenschap, liefde en eerbied voor het leven. Vele gaven worden ons aangereikt door die geest, zij bereidden onze talenten voor en als talenten worden die ons toevertrouwd, mogen wij praktiseren in eigen beheer.

Vele krachten werken in ons, door de geest, en worden gevoed door de geest, die in allen en alles doorwerkt. In ieder van ons kan die geest tot uiting komen, tot welzijn van onszelf en anderen. De een spreekt een woord van wijsheid, een ander spreekt over kennis en inzicht, krachtens dezelfde geest, die in ons allen werkzaam is. Velen hebben vertrouwen in de geest die genezing brengt, weer anderen ervaren door diezelfde geest, verrukking en blijdschap.

 

Dit alles is van een en dezelfde geest, die voor ons allen beschikbaar is. Laten wij allen ‘open’ worden, ontvankelijk zijn voor die geest van ‘wijsheid’ die er voor ons is. [1korinte 12]. De machten en krachten in de schepping, zijn van een vormende macht, [en ontvormende kracht], die gelijkwaardig aan het leven en de geest zijn, door eigenschappen en vaardigheden die in ons mensen zichtbaar worden, door groei in ‘leven’ en creatieve activiteit. En dat is het bijzondere aan ‘mens’ zijn, dat het ons als ‘vermogen’ is gegeven, om al deze gaven en talenten te kunnen en mogen inzetten door dienstbaarheid, dienstbaar aan ‘elkaar’ de ander, om daardoor bevrijd te worden van ondeugden of verkeerde daden.

 

Ondeugden die ons in bezit kunnen nemen, zoals hoogmoed, afgunst, gierigheid, gulzigheid, onkuisheid, negatieve vormen van activiteit, die de schoonheid van het leven geweld aandoen. Daartegenover is het de mens gegeven gebruik te maken van zijn ‘inzichtelijk’ vermogen, om dienstbaar te zijn aan de ander, door de menselijke deugden die in hen werkzaam kunnen zijn. Die hij/zij kunnen inzetten door geduld, zachtmoedigheid, onschuld, nederigheid, boetvaardig of gehoorzaam, waardig of vredelievendheid.

[meer lezen? klik naar E.07.18]

 

 

 

 

[5] OVER COMPASSIE – MULTICULTUREEL EN CHRISTENDOM …

 

Als je het over Compassie wilt hebben, dan heb je het over mensen. Wil je het over Multicultureel hebben, dan gaat het ook over mensen, en als het over het christendom gaat, heb je het ook over mensen, zoals jij en ik. Wij bevinden ons hier in het ‘huis van compassie’. En ‘compassie’ is in mijn ogen een werkwoord, een mooi werkwoord, zeker wel, vooral omdat compassie ook niet moeilijk is om te doen. Je hoeft er niet eens voor gestudeerd te hebben … je hoeft het alleen maar te laten gebeuren, of, je kunt het je ook aanleren, in de praktijk van het leven.

 

Compassie is in wezen verschrikkelijk … eenvoudig; door bijvoorbeeld, iemand een schouderklopje te geven, gewoon ... voor de gein bijvoorbeeld!

 

Doe het maar eens, ja, nu, op dit moment … bij je buurvrouw of buurman, terwijl je zegt, leuk dat jij er ook bij bent vanavond! En je zult zien, dat als je het doet, gewoon spontaan, dat je er een goed gevoel aan overhoud. Als je het doet, gewoon voor het contact, dan zal je zien dat het werkt ‘compassie’, niet als medelijden, maar in saamhorigheid, dat je elkaar het gevoel geeft, dat je er mag zijn, wie of wat je ook bent. Het is iets ‘dat gebeurd’ en daar gaat het om bij compassie, ‘dat wat gebeurd’, het is echt, je maakt verbinding, en beiden word je er blij van, en blij zijn is ‘vreugde’.

 

En zo kan het ook gaan met een handdruk, gewoon even iemand een hand geven, dan ervaar je ook dat gevoel, het is niet alleen iemand verwelkomen, je geeft iets weg, en je krijgt er voor terug, waardering, en het gevoel dat je welkom bent, ondanks dat je nog vreemden voor elkaar kan zijn werkt het, er ‘gebeurd’ iets. Ik bedoel maar, compassie is ook ‘attent’ zijn op elkaar, op de ander, gewoon door elkaar in de ogen te kijken, of een groet of een gebaar te maken. Of even een moment behulpzaam zijn, voor iemand die zijn of haar handen vol heeft.

[meer lezen? klik naar G.04.32]   

 

 

 

 

[6a]          LAAT ONS BEWAKERS VAN VREDE ZIJN …

 

Laat ons, met nadruk, tegen oorlog en onderwerping zijn. Anders dan met fysieke wapenen kunnen wij een vredelievende strijd voeren door onze geest op vrede af te stemmen.

Laten wij, ‘tegen’ elk voorwendsel en tegen elk doel zijn,  dat mensen in verdrukking en tot knechting brengt. Laten we ons door de “geest van Christus” laten ‘leiden’, en daardoor ‘lijden’ voorkomen.

 

Laten we ons, door de ‘geest’ van Christus laten leiden, want ‘zijn’ sturing is onveranderlijk, en zal ons ‘niet’ het ene ogenblik van een goede daad afhouden, en op een andere keer tot een verkeerde daad aanzetten.

Laten wij, hier bijeen rond de Wereld Vredes/Vlam, onze diepste overtuiging blijven uitspreken, over Nijmegen ‘en’ de gehele wereld, ja, laten we ons blijven uitspreken:  “alle fysieke wapens de wereld uit”!!

 

Laten we ons blijvend uitspreken, tégen alle gewelddadige strijd door fysieke wapens, en laten we ons blijvend inzetten om een ‘geestelijke’ strijd te voeren tegen alle onrecht en verkeerd gedrag. Laten we ‘voorkomen’ dat we in een hopeloos schouderophalen tegen elkaar gaan zeggen, “er valt toch niets aan te doen”.

 

Laten we vanuit een diepe innerlijke overtuiging, tegen elkaar uitspreken, ja, er is een weg naar vrede en veiligheid, en hoe klein onze inbreng ook is, ieder van ons kan daartoe een steentje aan bijdragen, in waarheid, rechtvaardigheid en eerlijkheid.

 

Laten wij, deze uitnodiging beëindigen met woorden, gebaseerd op tekst van Henriette Roland Holst;

[meer lezen klik naar henrietteholst]

 

 

 

 

[6b] MENSEN GEVRAAGD

MENSEN GEVRAAGD, OM DE VREDE TE LEREN,

DAAR WAAR ‘GEWELD’ DOOR DE EEUWEN HEEN MODEL HEEFT GESTAAN.

MENSEN GEVRAAGD, DIE DE WEGEN MARKEREN WAAROP ALLES WAT LEVEN HEET, VERDER KAN GAAN.

MENSEN GEVRAAGD, OM DE NOODKLOK TE LUIDEN, EN OM TEGEN DE WAANZIN DE STRAAT OP TE GAAN.

MENSEN GEVRAAGD,  OM DE TEKENS TE DUIDEN, DIE ALLEEN NOG ‘MOEDWILLIG’ ZIJN MIS TE VERSTAAN.

 MENSEN GEVRAAGD, OM HUN NEK UIT TE STEKEN, VOOR EEN ANDERE TIJD EN EEN ‘NIEUWE’ MORAAL. ‘MENSEN’ OM IJZER MET HANDEN TE BREKEN, OOK AL LIJKT HET ONDOENLIJK EN PARADOXAAL.

MENSEN GEVRAAGD, OM HUN STEM TE VERHEFFEN. VERONTRUST DOOR EEN WAPEN, DAT NIEMAND ONTZIET! ‘MENSEN’ DIE HELDER DE WAARHEID BESEFFEN: 'DAT’ WIE MIKT OP EEN ANDER, OOK ZICHZELF BESCHIET.

 MENSEN GEVRAAGD, DIE IN ‘NAAM VAN DE VREDE’, VOOR BEHOUD VAN DE AARDE, EN AL WAT LEEFT, WAPENS TOT PLOEGEN WILLEN SMEDEN., VOOR DE OOGST, DIE AAN ALLEN WEER OVERVLOED GEEFT.

 

“MENSEN GEBRAAGD”

ER WORDEN MENSEN GEVRAAGD

DRINGEND MENSEN GEVRAAGD

‘MENSEN’ TE MIDDEN VAN MENSEN.

[Meer lezen klik naar coertpoort

 

 

 

 

[7a] … DE VERBORGEN MACHT IN ONS BESTAAN …

DEEL EEN:

 

1. Er is een verborgen macht in ons denken, in ons geloof, en dat is ons geweten, ons gevoel over goed en kwaad. En dit geweten, laat zich sturen door onze wil, waardoor wij willens en wetens, tot actie overgaan, of juist niet tot actie. En die wil van ons heeft ‘macht’ over wat we wel of niet willen, wel of niet doen.

 

2. En wat is macht? Macht is beheersing hebben, of een vermogen bezitten, iets tot stand te brengen, of iets ‘niet’ te laten gebeuren. In de goede zin van het woord betekent ‘macht’, invloed hebben op iets dat gebeurd, dat gebeuren gaat, of te verwachten is.

 

3. Denken doen wij vanuit ons brein, waarin ons verstand zich bevindt, het is ons vermogen om te redeneren en te begrijpen wat er in ons omgaat, en te begrijpen wat er om ons heen gebeurd. Ons verstand bezit een bewustzijn, waardoor we weet hebben, van wat er in en om ons heen gebeurd, het maakt dat wij weten dat we bestaan! Te/midden van het ‘bestaan’ waarin wij leven. Dankzij ons denkvermogen, een ‘bekwaamheid’ die we door geboorte met ons meekrijgen, zijn we in staat om ons ‘voorstellingsvermogen’ aan te leren en te ontwikkelen. Een aangeboren bekwaamheid die, naargelang ons geestesvermogen daartoe in staat is, ons ook voorstellingen doet maken van ‘iets’ wat we niet door onze zintuigen kunnen waarnemen. Het is ‘het vermogen’ te denken, te weten, te willen, te verwachten, te verlangen, in een gerichtheid op iets, dat als ‘geest’ in ons brein werkzaam is.

 

4. Geest is hier een actieve werkzaamheid [energie], dat in ons geheugen een sturende en harmoniserende werking of daadkracht bezit. Ons ‘geloof’ dat vanuit een groei in onze persoonlijkheid, ontwikkeld is, in een samenhang van hoedanigheden en eigenschappen, wordt geloof zichtbaar door karaktertrekken, en individuele gebeurtenissen.

 

[meer lezen? klik naar MY.08.19a]

 

 

 

 

[7b] DE VERBORGEN MACHT IN ONS BESTAAN ...

DEEL 2:

 

17. Die Godswerkelijkheid is altijd al omstreden geweest, het is niet anders, maar nu wordt het echt tijd, of komt er een tijd dat we open, eerlijk en op een onafhankelijke wijze dienen te kijken naar wat staat er op het conto van de Almachtige God; die de mens ten alle tijden liefheeft, beschermt, behoed tegen het kwade, de mens de goede richting wijst, zoals je dat kan verwachten van een God, in de religieuze voorstellingen zoals we die ons eeuwenlang hebben voorgehouden. Ik wil daar niet goed of slecht over oordelen, maar vindt wel dat we serieus moeten gaan kijken, in hoeverre is de mens ‘iets voorgehouden’ wat nu niet meer geloofwaardig is, omdat de “Godsbelofte” niet de uitwerking heeft gehad die je ervan zou kunnen verwachten. Want in feite hebben we het hier over de ‘tegenwerkingen’ van de mens door zijn gedragingen in de wereld, en in zijn directe omgeving, in de maatschappij en in leefgemeenschappen. Die ‘tegenwerkingen’ zijn massaal en soms a/religieus, en soms overtrokken religieus gebleken, en hebben ook binnen religieuze verbanden hun kwalijke of misleidende rol gespeeld.

18. Tussen willekeurige mensen, is geen onderscheid te maken als het om goed of slecht gaat, wel tussen fysieke en lichamelijke kenmerken, zoals rijk of arm, tussen bedeeld en onbedeeld, welgesteld en bevoorrecht, of dat je in een arme wieg bent geboren. Enerzijds is ‘de mens’ verantwoordelijk voor de goede dingen die gebeuren, en anderzijds is ‘de mens’ verantwoordelijk voor de slechte dingen die gebeuren, en dat is niet te onderscheiden in de persoon zoals die voor je staat. Die goede en kwalijke kenmerken zijn wel herkenbaar en zichtbaar in de resultaten van zijn handel en wandel.

19. We leven in een ‘wordende wereld’, in een ‘wordende mensheid’, en daar zijn we samen verantwoordelijk voor, hoe het zich verder ontwikkeld. We kunnen en mogen niet voorbij gaan aan het gegeven, dat samenlevingen, gemeenschappen en maatschappijen, door individuele inzichten en kennisvergaring is opgebouwd.

[meer lezen? klik naar MY.08.19b]

 

 

 

 

[8] God herkennen, door ons liefde vermogen ….

 

Hoe kunnen wij God liefhebben, die niemand ooit heeft gezien? Sommigen zeggen dat ze hem wel gehoord hebben, echter, dat zijn wel verhalen van heel lang geleden. Als God liefde is, dan zien wij hem dagelijks om ons heen, horen wij hem door liefde, zien wij hem als liefde, worden wij door hem geraakt in liefde. Als God liefde is wat betekent dat dan? Voor mij betekent dat “DatWatGodIs”, ook in ons is, dat ‘liefde’ een wezenlijk bestanddeel is van ons mens/zijn, ja, zelfs van ons bestaan!

 

Het meest zinnige wat wij dan ook kunnen doen is, spreken over ‘dat’ wat het meest wezenlijke van ons bestaan is, en dat is spreken over ‘liefdeswerkelijkheid’, en spreken over “Universele Liefdes Werkelijkheid” [UnliW] en echt waar, beiden bestaan echt! “Universele Liefdes Werkelijkheid” is namelijk verweven met de totaliteit van ‘all’ het leven op aarde, en speciaal met mensen. Daar ga ik van uit, en weet dat deze meest belangrijke energie dat bestaat in deze wereld, dat het een ‘door ‘groei’ vermeerderende vorm van energie’ is.

En die ‘groei vermeerderende vorm van energie’ noem ik ‘liefdes vermogen’. ‘Liefdesvermogen’ niet als een dwingende macht, maar als een ‘vermogen’ of werkzame macht, dat door onze persoonlijkheid klank en kleur krijgt in de wereld waarin wij leven. ‘Liefdesvermogen’ dat overdraagbaar is, dat te leren valt, liefdesvermogen overdraagbaar, niet als een ziekte, maar als een zichtbare, voelbare, tastbare werkelijkheid. Een macht of energie die we in ons hebben van geboorte af, die we ons mogen toe/eigenen, en dat een ‘vermogen’ kan worden, dat ons volwaardiger mens maakt, contactvaardiger in relatie met de ander, en anderen. In de betekenis van ‘goed kunnen’ leren we dan omgaan met liefde, met vallen en opstaan uiteraard. Zo zijn er een aantal bekende liefdeskenmerken, of liefdesverhoudingen te noemen, die ons tot hulp kunnen zijn:

                   

[meer lezen? klik naar GG.06.40]

 

 

 

 

[9] GEBED VOOR COMPASSIE …

Beste mensen, of jij nou rijk bent of arm, of je een dikke portemonnee hebt of een platte beurs, naakt zijn we voor iedereen gelijk. In het huis van de compassie is iedereen welkom.

 

Hier maken we dus met zijn allen, echt geen onderscheid tussen bluf, opschepperij, of positie in de maatschappij, geen kapsones of valse schaamte, iedereen is gelijk aan elkaar, dus geen medelijden maar ‘mededogen’ in de zin van, je bent die je bent!

 

Dit gebed is een uitnodiging aan allen, gooi je valse bescheidenheid of je schaamteloze trots van je af, en kom erbij, kom gewoon naast de ander zitten, en geeft elkaar de hand. Of je nou burgemeester bent of stratemaker, het geeft niet, ‘allen’ moeten we een schroom overwinnen, om even onze cirkel te openen waardoor we de ‘ander’ kunnen toelaten binnen de intimiteit van ons eigen wereldje.

 

Ja, mensen dit is een gebed, een uitnodiging aan ‘allen’ groot of klein, gehandicapt of een gouden plak winnaar, om ‘elkaar’ de hand te reiken, of een schouderklopje uit te delen, van ‘je mag er zijn’, wie of wat je ook bent. Laten we tegen elkaar zeggen, ik ben er voor jou, jij bent er voor mij, samen zijn we een wij, en nemen tijd voor elkaar, simpelweg door een groet, of een vraag van: hoe is het met jou! Wie ben jij? En … wat houdt je bezig?

 

En laten we dát vooral blijven doen, tegen elkaar zeggen; goh,  wat een mooi weertje vandaag he? Want vergeet niet, hoe simpel de vraag ook is, het is een begin van contact, even elkaar in de ogen kijken, ieder is vrij, op een eigen wijze daar op te reageren. Compassie betekent hier, er voor elkaar zijn, in de samenleving, in het Huis van Compassie, in Nijmegen …

 

Amen

[meer lezen? klik naar G.04.30]

 

 

 

 

[10] ALS GOD LIEFDE IS …

 

Als God liefde is, hoe ervaren wij dat dan?

 

God is te ervaren als liefde, liefde die te ervaren en te beleven is als warmte, vertrouwen, als stilte, als weldaad. Als dat je er mag zijn, dat je ‘liefde’ niet hoef te vrezen.

Te ervaren …

Als vrije energieke stroming in weldadigheid, als veilige macht of kracht. Als tederheid, als klanken in zuiverheid, als de geur van bloesem en bloeiende bloemen, als de lach van een kind.

Te ervaren …

Als het ruisen van water, als de stevigheid van bevroren water, als de beweging van een zachte bries.

 

Als God liefde is, hoe ervaren wij dat dan?

 

Te ervaren …

Als de mysterieuze afstraling van kleur en geluid, als het onzichtbare ‘spoor’ dat ons naar toekomst leidt, als de draadloze draad die ons met elkaar verbindt in de liefdeskunst.

Te ervaren …

Als de ruimte van het heelal dat geen einder kent, als de ruimte in ons celvormig bestaan. Als het geluk makende streven naar harmonisatie tussen het mannelijke en vrouwelijke in daadkracht en dualiteit.

Te ervaren …

Als ‘liefde’ dat met liefde gedeeld wordt, in de ‘geest’ die door geest gevoed wordt.

 

Dit alles is te ervaren in:

 

“DatWatGodIs”  door … “DatWatLiefdeIs”.

 

[meer lezen? klik naar H.03.51]

 

 

 

 

[11] EEN VERHAAL OVER GELOOF …

 Er was eens een stad met 200.000 inwoners. En daar was een mens die besefte dat het juist en goed zou zijn als er autoloze zondagen zouden komen. Hij ‘geloofde’ dat dit belangrijk was voor de gezondheid en welzijn van ‘alle’ inwoners. Hij geloofde erin dat het haalbaar was en dat iedereen er mee zou instemmen. Hij geloofde, dat als allen er het belang van zouden inzien, dat het er eens van zou komen, vroeg of laat.

 De man had al gauw een groepje mensen om zich heen verzameld, die bereid waren met hem mee te gaan, en die ook hadden ingezien hoe belangrijk het was die autoloze zondagen, en zij waren ook overtuigd geraakt dat het beter was voor ‘allen’. Dat het goed zou zijn voor het toekomstige ‘welzijn’ van de mensen in de stad. En zij ‘geloofden’ in het plan van de man, dat deze levensvatbaar was, en zij stemden ermee in, op de vraag van de man of zij het wilden vertellen en voorleggen aan de mensen die woonden in de stad.

 En zo geschiedde het, het kleine groepje breidde zich uit over de gehele stad, en velen begonnen het nut ervan in te zien nadat zij het verhaal van de volgelingen hadden aangehoord. Niet iedereen wilde of kon er in geloven, familie en verwanten deelden de verwachting niet dat het zin had, en dat het ervan zou kunnen komen, men had zijn twijfels, zag er de zin niet van in, en was alleen bezig met persoonlijk heil en bevrediging. Weer anderen vonden het maar lastig, en voelden zich in hun vrijheid beperkt worden. Winkeliers, restauranthouders, mensen die belang hadden in pretparken, musea en anderszins zagen hun winstkansen verkleinen, en keken een andere kant op. De meeste mensen waren niet bereid iets van hun eigen belang in te leveren, voor een algemeen belang. En zo, ging het jaren door. De man en zijn volgelingen wisten echter van geen opgeven, zij  beseften in de loop van de tijd, dat door de groei van de bevolking, en de daarmee gepaard gaande milieu vervuiling, dat de zin van autoloze zondagen er niet minder om werd en alleen maar toenam.

 [meer lezen? klik naar GG.06.37]

 

 

 

 

[12]

De Ware wijnstok  Joh.15 : 1-12

 Een leven lang op zoek naar God?

Waar zijn we dan mee bezig, als we op de oude wijze op zoek zijn naar God?  Als we op zoek blijven naar de oude God, op de oude wijze, de historische God van het Oude en het Nieuwe testament, dan zullen we blijven zoeken tot we een ‘ons’ wegen, maar we zullen hem niet echt vinden. Althans … Het kan ook niet, want hij bevindt zich niet in de hemel, zoals we inmiddels weten, zoals we dat ons vroeger voorstelden.  Hij of Dat “WatHetOokIs”, bevindt zich ‘in’ het volle ‘leven’ en dat is lokaliseer baar, en dat is noembaar, het is zichtbaar, het is deelbaar, het is overdraagbaar en verenigbaar.   

 

Dat ‘leven’ dat bestaat uit miljarden uit zichzelf voortkomende levensimpulsen, expliciet waarneembaar, en vormend aanwezig door scheppende creativiteit, bezit een enorm groeiend en uitdijend vermogen in zich. Dat vorm en gestalte geeft aan onnoembaar vele voortbrengselen van organisch leven. Dat zich over de aarde heeft uitgebreid, voortbewogen, en voortbeweegt, vanuit een niet te noemen oorzakelijkheid, en heeft in het leven een liefdesactiviteit aangenomen dat aan ALL het leven in onze wereld schoonheid, gratie en inspiratie heeft gegeven, geeft en nog steeds geeft. ‘Dat’ zou kunnen zijn wat ‘wij’ God noemen en aanbidden, aanroepen en onze hulp afsmeken.

 

Maar dan bidden en smeken wij, dat een ‘alles overtreffende liefdesmacht’, waar wij geen zeggensmacht over zouden hebben, dat ‘deze’ ons zal redden en beschermen. Maar! … daarmee wordt er vanuit gegaan, dat die zeggensmacht niet vanuit onszelf aanwezig kan zijn, dat wij daarin afhankelijk zouden zijn, van een verre afstandelijke zwijgende God. Maar dan bidden en smeken wij, dat een ‘alles overtreffende liefdesmacht’, waar wij geen zeggensmacht over zouden hebben, dat ‘deze’ ons zal redden en beschermen. Maar! … daarmee wordt er vanuit gegaan, dat die zeggensmacht niet vanuit onszelf aanwezig kan zijn … en dat is nogal wat …

 [meer lezen? klik naar GG.06.36]

 

 

 

 

[13] HET VERHAAL VAN ADAM EN EVA.

 

Het hele verhaal van Adam en Eva, de slang en de appel in de boom, is mijn inziens bedoeld geweest, om de mens, die nog in zijn ‘oer/fase’ leefde, de les te leren. Om de ‘heftigheid’ van hun ‘geslachtelijkheid’ in te dammen. Hun oerdrift in te perken, en hun seksualiteit in discredit te brengen, omdat het er nog zo dierlijk aan toe ging. In de ontwikkelingstijd van het dierlijke naar het menselijke.

 

Daarmee is de natuurlijke spontaniteit van de ontwikkelende seksualiteit voor een groot deel niet goed ontwikkeld, in de voorbije eeuwen, in de verloop van de evolutie. Toch heeft er een omwenteling plaats gevonden, waardoor de seksuele actie en voortplantingsdrift, die nodig was voor de voortzetting van de soort, is omgevormd in manieren van ‘liefdesactiviteit’ door intimiteit en zorg voor elkaar. In de loop van de eeuwen hebben mensen ‘liefdesvermogen’ ontwikkeld dat zorg draagt voor meer sociale omgang met elkaar en de anderen, binnen nieuwe samenlevingsvormen.

 

Sinds dat ‘mensheid’ greep heeft gekregen, op ziektes en afwijkingen, en deze heeft weten te bestrijden en te genezen, en de psychologie zijn intrede deed. Dient het in ‘diskrediet’ brengen van seksuele omgang en intieme handelingen, tussen de seksen op zijn minst ongedaan gemaakt te worden, en wordt het steeds duidelijker dat, geslachtelijkheid en voortgangsdrift in harmonie gebracht dient te worden door tederheid, intimiteit, zorg en mededogen, in de liefdes realiteit tussen mensen. Want het begrip ‘sekse en geslachtelijkheid’ en ‘liefde’ valt niet van elkaar te scheiden, het één is aan het andere verbonden, en zij vullen elkaar aan in het functioneren als mens, tijdens de ontmoetingen met elkaar én anderen.

 

Omdat liefdesverlangen en hartstocht, dat ook drift, wellustigheid, boosheid en destructiviteit kan veroorzaken, met als gevolg onmachtig handelen of ziekteprocessen; is het van alle tijden, dat liefdesverbintenissen ook leerprocessen zijn. Het leren omgaan met de sekse verschillen, eigen mening enz. …

 

[meer lezen? klik naar H.03.47]

 

 

 

 

[14] Wandelend door het Dekkerwald …

 

O ja, ik ben er weer, hier is het mooi, zo veel schoonheid aan natuurlijke pracht, dit bos geeft mij het gevoel aangekomen te zijn in het wezenlijkste van scheppingskracht.

De stilte hier, dat geen stilte is, maar een getuigenis van ALL wat leven heet, die diepe intense groei, de warmte, de geur, de ruisende wind, het gevoel omgeven te zijn met ‘Orgoon’ dat voelbaar straalt van de bomen, aanwezig tussen struikgewas en dennenbomen.

Het is het gevoel of een sfeer, als bij de éénwording met een vrouw, het compleet zijn van de beweging in ‘werkend’ leven. Het overweldigd me, ‘verlangen’ wordt hier heel luchtig bevredigd, het is van een puurheid en zuiverheid dat bij het eeuwig verlangen van een mens behoort.

Mijn hele mens/man/zijn verzinkt in deze trillende sfeer van een verrukt/verlicht orgasme, dat sudderend door/lopend aanwezig blijft hier in mij, en in deze warme lucht.

Geuren opsnuivend, de zon op mijn blote lijf, diepzinnigheid voel ik in mijn ledematen. Zacht ruist de wind door de toppen van de bomen en door mijn haren, hier is sprake van heelheid, zuiverheid, Heiligheid, Heilige Grond. Als in een gebed loop ik hier rond door het groen, in alle schakeringen en vormen, van licht naar donker, en van donker naar licht, en daartussendoor wandelt de witte toorts van mijn naakte lichaam, ontvankelijk, voor, wat ik in woorden probeer uit te drukken.

 

Fluitende vogels verbreken de stille rust, ondanks de hitte voel ik mij fris en luchtig, het is genieten, het is te vergelijken met de tedere en krachtige klanken van een orkestraal kunstwerk, wanneer je er tot in het diepst van je ziel door wordt geraakt.

 

[meer lezen? klik naar P.01.26]

 

 

 

 

[15] “EEN LIED VAN HET VERLANGEN”

Hoe sterk kan het verlangen van ons mensen zijn.

 

Om liefde te delen met een ander, is er een diep verborgen aanwezigheid in onze ziel, die ons doet aanzetten, liefde op te wekken, liefde te ervaren, liefde te delen met een ander, of anderen.

Zo, ook onze liefde verlangens, vanaf onze pubertijd is het sluimerend of actief aanwezig. Dan stuurt het ons naar ontmoeting, naar een iemand, en voor korte of langere tijd, hebben wij dan een speciaal contact, of een relatie met elkaar. Ook al houden veel ‘liefde/relatie’s geen stand, wij leren ervan, wij worden er wijzer van. Iedere keer, als we een pijnlijke of een vreugdevolle ervaring met elkaar hebben gedeeld, groeien wij … in liefde.

 

Hoe sterk kan ons liefde/verlangen zijn.

Om ‘liefde’ te delen hebben mensen een ‘tegenover’ nodig, een ‘ander’. En om dat diep gewortelde verlangen naar liefde ‘wisseling’ om te kunnen zetten in ‘liefde/vermogen’ kiezen wij een tegenover, om van hem of haar te leren, iemand die met ons, samen een tijd wil optrekken, om het pad van de liefde te gaan, voor korte, of langere tijd.

 

Dit is een lied van het verlangen, om de weg te gaan, dat het leven ons toebedeeld.

Ook al is de mens nog zo slim en op de toekomst voorbereid, het ‘leven’ stuurt ons, het ‘leven’ kastijd ons. Het ‘leven’ leert ons, en ‘beveelt’ ons, om steeds weer opnieuw te beginnen. Daarom hoeft het voorbije niet te worden af gedaan, het voorbije heeft ons gemaakt zoals we nu zijn. De relaties met het verleden kunnen een blijvende bron van ervaring zijn, dat ons blijft voeden naar een volwassener leven, naar ‘meer’ mens zijn, meer ‘menswording’.

 

[meer lezen? klik naar H.03.41]

 

 

 

 

[16a] ALS EENHEIDSMAKEND BEGINSEL IN DIVERSITEIT.

Hier ga ik proberen te verwoorden, of uit te spreken, wat ik ervaar als “DatWatGodIs”. In vroegere tijden, en in de tijd dat de Bijbelboeken werden geschreven, ontstond er het besef dat een mens niet bij machte was God bij naam te noemen, te duiden of aan te spreken. Vandaag de dag ligt dat anders. Inmiddels is er zoveel bekend over het ontstaan van leven op aarde, en is over millenniums van leven, evolutie, en ontwikkelingen veel kennis verworven, is er psychische herkenbaarheid ontstaan, die ons verteld hoe geest en werkelijkheid zich tot elkaar verhouden. Dat maakt mijn inziens, het zinnig een poging te doen om de ‘uitwerking’ van Gods werkelijkheid te definiëren, te benoemen of bespreekbaar te maken. Het lijkt mij goed, afstand te nemen, van de ‘ondefinieerbaarheid’ van God of godheid. En dat we met elkaar gaan spreken over wat is geloof en geloofswerkelijkheid, als we het over “DatWatGodIs” of godheid hebben.

 

GOD ALS EENHEIDSMAKEND BEGINSEL.

God is in mijn voorstellingsvermogen als “eenheidsbeginsel” ervaarbaar, aanvaardbaar, door te geloven dat er een macht of kracht bestaat, die de mens ‘dat ene’ of ‘die ene’ is gaan noemen. ‘Ervaarbaar’, omdat het tot een ‘samenbundelende’ machten of krachten heeft geleid, en ‘aanvaardbaar’ is geworden in millenniums van tijd. Omdat ons voorstellingsvermogen, of liever gezegd het ‘verbeeldingsvermogen’ van de mens, door millennia van tijd een godheid heeft verbeeld, die tot een ‘eenheidsmakend beginsel’ heeft geleid. God ervaarbaar als een “eenheidsmakend” beginsel in diversiteit.

[diversietijd betekent de verschillende wereldgodsdiensten. En met ‘eenheid/makend’ wordt bedoeld, wat religies met elkaar gemeen hebben, en dat is hun gelovige drive naar een betere mensheid].

Alle verhalen, overleveringen, visioenen, gebeurtenissen, profetieën, raadgevingen, inzichten en apocalyptische voorstellingen, hebben de mens op het spoor gezet van een ‘allesomvattende’ centrale punt van gerichtheid, naar ‘dat ene’ of ‘die ene’ dat boven álle individuen uitstijgt.

 

[meer lezen? klik naar GG.06.33]

 

 

 

 

 [16b] “VAN VERTICAAL NAAR HORIZONTAAL”

 

“ EEN HORIZONTALE GELOOFSBELEVING VIA MENSEN ”

 

Tekening: God of ‘DatWatGodIs’ 1. Aandacht 2. Betrokken 3. Zorgzaam 4. Mededogen 5. Respect 6. Liefde.

 

Tijdens religieuze en spirituele bijeenkomsten, waarom zoveel aandacht naar boven. En zo weinig horizontaal, naar elkaar toe?

 

De ‘Almacht’ van God zit in het geloof van mensen.

Dat wat God niet kan en de mens wel kan, zit in het gegeven: dat de Almacht van God in zijn schepping zit, de creatieve natuur en in de mens. Gods energie of levenskracht is als een ‘constante’ altijd aanwezig, zoals de zon aanwezig is voor de aarde. Als een constante stroom van voedende kracht, niet goed, niet slecht. Zowel de groei als het sterven, wordt door die constante kracht in werking gezet. En dat is niet goed of niet slecht, het is dat het is.

 

Dat wat God, energie of levenskracht niet kan dat kan de mens wel. De mens kan het verschil maken tussen goed of slecht, tussen ongebreidelde overdaad of harmonieuze samenhang. Dat wat God is werkt via mensen, ‘wij’ kunnen ‘dat’ wat we God hebben toegedacht meer laten gebeuren via ‘elkaar’, door en voor mensen.

 

Heden is het tijd:

Heden is het tijd voor de horizontale geloofsbeleving, de liefdesbeleving van mens tot mens. De horizontale lijnen zijn de contacten en de ontmoetingen van mensen met elkaar. Van naar elkaar toe, en van elkaar weg, in een betrokken wisselbaarheid, met een betrokkenheid los van etniciteit, stand of status. Elkaar de hand reikend binnen een spirituele religieuze betrokkenheid.

 

[meer lezen? klik naar CH.09.23a]

 

 

 

 

[16c] HET CONTRAST TUSSEN DE MATERIELE

   WERELD EN DE RELIGIEUZE WERELD. 

 

“HET MYSTERIE MENS EN GEEST” 

 

WERELD:

Wat mensen door teamgeest, individuele en praktische prestaties allemaal wel niet kunnen bereiken, is soms adembenemend veel en mooi [kunst, sport, cultuur], ofwel: spectaculair, te zien of te ervaren. Wat mensen individueel of in groepsverband kunnen bedenken, maken, realiseren, uitvoeren [industrie, handel, economie], is niet gering, soms groots en ‘wereld’ beïnvloedend. De ontwikkeling en prestatiedrang is enorm op cultureel, maatschappelijk en industrieel gebied.

 

RELIGIE:

De stille sobere waardigheid, en ingetogen betrokkenheid, de kernwaarden van de oorsprong van religie, staat daar ‘tegenwoordig’ enigszins wanhopig tegenover. De Godsbetrokkenheid, en het scheppende principe van de Almachtige Sturende en Wijze God, heeft bepaald dat de mens, in zijn geringheid en kleinheid, tot niets vermag, zonder Gods goedheid is hij tot niets in staat, werd altijd in volle overtuiging beweerd.

 

EEUWENLANG:

Eeuwenlang is de mens voorgehouden, dat het goede en welvarende hem onthouden wordt, als hij zich niet buigt, of knielt, voor het altaar van zijn God. Eeuwenlang is het de mens voorgehouden, dat welvaart en voorspoed niet afhankelijk is van zijn drive, inzet en werkzaamheid, op materieel en aards gebied. Alleen de Almacht van zijn God, van zijn scheppende principe, zijn sturende, zijn ‘instandhoudende’ en zijn vernietigende kracht, zou het leven op aarde teniet kunnen doen, of juist bevrijden van het ‘juk’ dat uit dualiteit en vernietigingsdrang bestaat. …

 

[meer lezen? klik naar GG.06.34]

 

 

 

 

[17]EEN ALTAAR GEBED”O, Universele Liefdes Werkelijkheid, ‘kracht’ dat aanwezig is in alle materie en levende organismen, en als een lichtende energie aanwezig blijkt. Waaraan wij onze vitaliteit ontlenen, wanneer wij ons tot elkaar richten. Als wij ons naar elkaar richten in saamhorigheid, oprechtheid en in liefdes verband, zoals Christus ons daartoe heeft aangespoord.

Door jou, en in jouw aanwezigheid kunnen wij elkaar gedogen in liefde en zorgzaamheid, als in een bindend samenspel van werkende activiteit, als een praxis waarvoor wij in onze geloofsgemeenschappen bij elkaar komen.

Het ‘dagelijks brood’ dat wij door gezamenlijke arbeid bij elkaar verdienen, zal ons ‘sterken’ bij het ‘volvoeren’ van de opdrachten die wij van elkaar afsmeken. Om in ‘goedertierenheid’ en ‘volwaardigheid’ de obstakels te slechten, die een goede verhouding binnen en buiten onze samenkomsten, tussen mensen, in de weg staan, om elkaar te ontmoeten in mededogen en liefdeswerkelijkheid. Laten wij, onder de gloed van een eeuwigdurende belofte, elkaar in woord en daad omhelzen, als broeders en zusters die open willen staan voor ieder moment van inspanning. Wanneer wij eerlijk en oprecht aan elkaar die belofte willen waarmaken, die ‘als het ware’ al in ons geboorte moment, ons is aangekleefd.

 Lees verder:

De ‘belofte’ om namens het woord van Christus ons blijvend in te zetten voor vrede, voor vrede met elkaar,  de ander, en de anderen die deze wereld bevolken. ‘Wij’ allen, maken deel uit van ‘mensheid’, laten ‘wij’ ons in gezamenlijke opgetogenheid blijven richten op die ‘levensvonk’ dat als ‘liefdesvonk’ louterend in ieder van ons aanwezig is. Laten wij in elkaar dat ‘liefdesvuur’ blijven aanwakkeren, door ‘geloof’ en in eerlijkheid, dat het voedsel zal blijven voor een “Universele Liefdes Werkelijkheid”. Waardoor wij met elkaar verbonden blijven, in respect en mededogen.

 

Dat ‘mededogen’ en die ‘hulpvaardigheid’ zijn de belangrijkste bouwstenen waarop ‘mensheid’ rust. Daarmee kunnen wij gemeenschap worden en blijven, waarbinnen onze kinderen zich veilig kunnen voelen en zonder onrust, zich kunnen ontwikkelen, om de mens te worden waartoe zij bedoeld zijn.

Laten wij bidden, tot elkaar, dat ieder van ons in staat zal zijn om ‘samen’ met de ander, en allen, in openheid en vertrouwen, vriendschappen te sluiten door het ‘slechten’ van obstakels en meningsverschillen.

Belemmeringen opruimen, die ‘menswording’ in ‘brede zin’ in de weg staan.

Vrede zij met ons ….

Amen

 [meer lezen? klik naar G.04.28a] Op het altaar van de wereld

 

 

 

 

[18] HEB ELKAAR LIEF ZOALS IK JULLIE HEB LIEFGEHAD.

 

Een nieuw gebod geef ik u, dat gij elkander liefhebt, gelijk ik u lief gehad heb, opdat gij ook elkander zult liefhebben (Joh. 13:34).

 

Christus vraagt hier niet van ons een ieder mens lief te hebben, zoals twee geliefden elkaar kunnen liefhebben! Mijn inziens wordt hier van ons gevraagd de ander lief te hebben, zoals je zelf geliefd zou willen worden in dit leven. In de zin van elkaar ontmoetten in de ontmoeting, in de dialoog en in een wederzijds respect door houding en gebaar, ook door tijd en aandacht te besteden aan het anders zijn van de ander.

 

In ontmoeting.

Door elkaar te groeten, aan te kijken, een gesprekje aan te gaan als er de juiste tijd en plaats voor is. Een glimlach, een groet, een gebaar kan al genoeg zijn om de ander het gevoel te geven dat die er mag zijn. Dit kan je ‘vormen’ van liefde noemen, ook dat je niet afgunstig of onbehoorlijk zal reageren op iemand waarvan het je niet zint wat die persoon doet of zegt. Eveneens hoort daarbij dat je, je niet verheugd op onrechtvaardig gedrag van je medemens.

 

Deze menselijke liefdesgebeurtenissen kun je bewust of onbewust laten plaatsvinden door aandacht, betrokkenheid, medeleven en mededogen. Heb elkaar lief, zoals Christus dat van ons vraagt, is een menselijke vorm van omgaan met elkaar, de ander en anderen. Dat kan je doen door zorgzaamheid, iemand te beschermen, iemand te begeleiden als dat nodig is en dat kan je doen door je toegankelijk open te stellen.

 

 

[meer lezen? klik naar MG.05.23]

 

 

EINDE DEEL IV